Remco Evenepoel eindigde de eerste bergrit in de Ronde van Zwitserland op een vierde plek. Hij wijst onder meer naar de gevolgen van zijn coronabesmetting.
Een maand na zijn opgave in de Giro, is het duidelijk dat Evenepoel nog niet zijn beste vorm te pakken heeft. Hij demarreerde nochtans op de slotklim, maar in de slotkilometers kon hij zijn metgezellen niet meer volgen. Hij eindigde op 21 seconden van winnaar Skjelmose en staat nu tweede in het algemene klasseent.
Vroege aanval
Evenepoel plaatste zijn demarrage al op 6 kilometer van de top. "Dat was misschien iets te vroeg", vertelde hij aan Het Laatste Nieuws. "Cattaneo en Knox legde een hoog tempo op. We moesten iets proberen om Küng uit de leiderstrui te rijden. Ik moest daarna gaan omdat mijn ploeg opgesoupeerd was."
Toen hij demarreerde, sprongen Mattias Skjelmose en Felix Gall mee in zijn wiel. Maar op veel hulp kon de wereldkampioen niet rekenen. "Ik nam iets te veel werk op mijn schouders en betaalde dat cash op het lastigste stuk van de klim. Daar voelde ik dat het nog niet top is. Ik kende gewoon een slecht moment van 2 à 3 minuten. Het zullen nog wat naweeën zijn van mijn coronabesmetting."
Toch houdt Evenepoel er een tevreden gevoel aan over. "Er is nog niets verloren. Op naar morgen, dan zijn de klimmen nog langer en dat zijn andere inspanningen."