Wout van Aert laat de Strade Bianche (4 maart) links liggen en start pas maandag, twee dagen later, in Tirreno-Adriatico. De alleskunner van Jumbo-Visma stelt z'n debuut dit jaar dus met twee dagen uit, al heeft hij daar een zeer gegronde reden voor.
Want Strade Bianche en Tirreno-Adriatico zijn nu eenmaal compleet andere koersen. Van Aert, die twee dagen ziek was tijdens een trainingskamp in Tenerife, is pas op 15 februari echt beginnen trainen. Het was dus bijna onmogelijk voor de man uit Herentals om al op z'n best te zijn voor Strade Bianche. De renner van Jumbo-Visma zou er ook aan de start verschijnen met heel wat druk op de schouders, wetende dat hij fysiek niet genoeg in orde is om mee te doen voor de overwinning.
"Daarom is het voor Wout beter om in een meerdaagse WorldTour-wedstrijd als Tirreno-Adriatico te beginnen en daar verder aan zijn vorm te werken. In de Strade Bianche moet je altijd diep in het rood gaan, terwijl je in zo’n rittenkoers meer in functie van Milaan-Sanremo kan rijden", vertelde hoofdcoach Mathieu Heijboer aan Het Nieuwsblad. Van Aert traint nog tot zaterdag op de Teide en sluit daarna aan bij zijn teamgenoten.
Ook Marc Sergeant, analist bij Het Nieuwsblad, begrijpt de keuze van de Nederlandse topformatie om Van Aert niet naar Strade Bianche te sturen. “Wout zal zich nog niet 100 procent fit voelen en hij rijdt er nu eenmaal nooit voor spek en bonen bij. Eerlijk: van de Strade Bianche word je niet beter. Integendeel. Dat is een wedstrijd aan heel hoge intensiteit. In de Tirreno word je wel echt geleidelijk aan beter.”