Wout van Aert stond in Hofstade opnieuw op het podium naast eeuwige rivaal Mathieu van der Poel. Na zijn tweede veldrit van het seizoen blikte de kopman van Visma | Lease a Bike terug op de massale belangstelling, zijn eigen progressie én de vraag die veel fans bezighoudt: kan hij Van der Poel deze winter nog kloppen?
Van Aert was dé publiekstrekker in Hofstade, waar volgens de organisatie mogelijk een recordaantal toeschouwers aanwezig was. De Belg genoot zichtbaar van de sfeer. “Ik kon genieten van het juichen en het geluid. Ik ben dan wel 31, maar het was bizar om te ervaren", klonk het bij In de Leiderstrui.
Afzien
Ook over het vernieuwde parcours en de terugkeer van de cross na zeventien jaar was Van Aert lovend. “Je kon wel merken dat er heel veel supporters waren en het was een aangenaam uurtje. Het is afzien, maar het was speciaal om door te fietsen. Ik vond het een mooie locatie en het was een goede toevoeging.”
Sportief voelde Van Aert zich al beter dan bij zijn rentree in Antwerpen. “Ik had een goede start, ik koos de juiste kant om het veld te passeren. De eerste ronde moest ik iets in mijn ritme komen, en ik maakte een foutje waardoor ik werd opgehouden. Toen ik vooraan kwam, zaten de voorste twee al voor me. Halverwege vond ik mijn benen, het was een degelijke inspanning.”
Strijd met Van der Poel
De conclusie was voorzichtig positief, al bleek Van der Poel opnieuw een maat te groot. “Ik heb wel een stap gezet. Het ging iets meer vanzelf en iets minder tegen de muur. Ik moest er terug wat inkomen en werd twee keer wat opgehouden. Ik had het liever zoals Thibau geprobeerd en even met Mathieu mee te gaan, want dan heb je meer het gevoel dat je echt in koers hebt gezeten. Nu kwam ik terug en zag ik dat hij al weg was. Het lag dan al beetje vast, maar Mathieu reed nog altijd weg.”
De hamvraag blijft of Van Aert deze winter nog kan winnen van zijn Nederlandse rivaal. “Het is moeilijk. Hij rijdt even sterk als andere jaren. Normaal zou je zeggen dat het in het voordeel is dat ze mooi weer voorspellen, omdat het dan dichter bij elkaar ligt. Maar ook dat is eerder in Mathieu zijn voordeel.”
Mats Buelinckx