Lang gold Lars Boven als een van de grote beloftes binnen het Nederlandse wielrennen. Via het opleidingstraject van Visma | Lease a Bike klom hij snel richting profniveau. Het leverde hem een contract bij Alpecin-Deceuninck op, waar hij ploeggenoot werd van Mathieu van der Poel. Maar ondanks een veelbelovende start bij de ploeg kwam zijn progressie abrupt tot stilstand.
LEES OOK: Italiaanse legende is kritisch en trekt pijnlijke conclusie voor Van Aert
‘Ik heb de liefde voor de sport verloren’Op Instagram legt Boven uit waarom hij stopt. “Ik heb besloten afstand te doen van het professionele wegwielrennen. Na twee jaar die gevuld waren met tegenslagen, heb ik de liefde voor de sport verloren die je nodig hebt om op het hoogste niveau te presteren”, schrijft hij.
Zijn erkenning dat het plezier al langere tijd ontbrak, klinkt opvallend eerlijk. “In mijn achterhoofd wist ik het eigenlijk al een tijdje, maar om nu echt te realiseren dat ik geen plezier meer haalde uit het koersen op de fiets was heel moeilijk.” De jonge renner benadrukt dat de beslissing zwaar viel, maar dat het voor hem de enige juiste was.
Boven laat de deur op een kier voor alternatieve uitdagingen. Hij overweegt gravelwedstrijden, maar heeft nog geen concreet plan. “Ik weet niet zeker hoe volgend jaar eruit gaat zien. Het is eng, maar ook spannend en leuk,” stelt hij.
Een abrupt einde
Zijn vervroegde afscheid betekent dat zijn loopbaan elf jaar korter is dan die van zijn vader Jan Boven, ploegleider bij Visma | Lease a Bike en oud-prof bij Rabobank. Waar vader Boven dertien jaar in het profpeloton actief was, stopt Lars na amper twee seizoenen in de WorldTour-omgeving.
Bij Alpecin-Deceuninck waren de verwachtingen hoog. Boven begon sterk, werd meteen derde in een rit van de Tour Down Under en maakte indruk in het Portugese voorjaar. Maar daarna stokte zijn ontwikkeling en volgden perioden vol teleurstelling. Voor 2026 verliest Mathieu van der Poel dus een ploegmaat, maar vooral verliest het wielrennen een renner waarvan velen geloofden dat hij nog niet aan zijn plafond zat.
Stan Strubbe