De dopingzaak rond Oier Lazkano werpt opnieuw vragen op over het antidopingsysteem in het wielrennen. De Spaanse renner van Movistar testte niet positief, maar vertoonde afwijkende waarden in zijn biologisch paspoort. Dat meldt Het Laatste Nieuws. Moeten andere renners zich zorgen maken?
Afwijkende waarden bij Lazkano
Lazkano, de 24-jarige Bask die de voorbije seizoenen uitgroeide tot een vaste waarde in de klassiekers, wordt door de UCI onderzocht voor onregelmatigheden in zijn bloedwaarden tussen 2022 en 2024. De renner, die tweede werd in Dwars door Vlaanderen (2023) en derde in Kuurne-Brussel-Kuurne (2024), riskeert een schorsing als de afwijkingen niet verklaard kunnen worden.
Zijn dossier roept onvermijdelijk de vraag op of er nog andere toppers zullen volgen. In het verleden werden via het biologisch paspoort al meerdere renners ontmaskerd, vaak zonder dat ze ooit positief testten.

‘Toppers worden enorm vaak getest’
Professor Peter Van Eenoo, een van de voornaamste dopingexperts in Europa, benadrukt dat de controles bij elite-renners intussen bijzonder streng zijn. “Pas op, ik sluit niet uit dat er toppers zijn die doping gebruiken, maar ze worden heel veel getest. Zéker de renners die continu op hoog niveau presteren. Zij moeten vaak bereikbaar zijn voor controles. Dan ga ik ervan uit dat ze clean zijn,” zegt hij bij HLN.
Volgens Van Eenoo zijn er ook tal van legitieme redenen waarom sommige renners beter presteren dan anderen. “Voorbereiding, karakter en talent spelen ook een grote rol,” klinkt het.
Geen reden tot heksenjacht
De expert wijst erop dat het biologisch paspoort tegenwoordig veel meer informatie oplevert dan vroeger. “Er wordt beter gemonitord, en afwijkende waarden leiden niet automatisch tot een dopingzaak,” legt Van Eenoo uit. Toch wil hij voor niemand zijn hand in het vuur steken. “Maar het is niet zo dat een topper automatisch verdacht is.”
Stan Strubbe