De Tour de France van 2026 lijkt niet in het voordeel van Remco Evenepoel. Johan Bruyneel analyseerde het parcours en ziet weinig kansen voor de Belgische tijdritkampioen om zijn specialiteit uit te spelen. Ondanks de aanwezigheid van een ploegentijdrit, mist Evenepoel volgens Bruyneel de juiste wapens om het verschil te maken tegenover Pogacar en Vingegaard.
LEES OOK: Patrick Evenepoel dropt bom: “Hij rijdt de Tour niet”
“Geen enkel onderdeel waar hij echt voordeel haalt”Voor het eerst sinds 2022 begint de Tour opnieuw met werk tegen de klok, maar anders dan in Kopenhagen wordt het dit keer geen individuele tijdrit. In Barcelona wacht de renners een ploegentijdrit, wat betekent dat Evenepoel afhankelijk is van zijn teamgenoten bij Red Bull-BORA-hansgrohe.
“Remco had liever een individuele tijdrit gehad,” stelt Bruyneel in THE MOVE. “In een ploegentijdrit is hij één van de motoren, maar hij kan er zijn persoonlijke kracht niet maximaal benutten. Hij moet rekenen op zijn ploeg.”
De 2026-editie van de Tour bevat bovendien slechts één individuele tijdrit, in de zestiende etappe over 26 kilometer. En net dat onderdeel baart Bruyneel zorgen.

“De eerste tien kilometer zijn bergop”
Volgens de voormalige ploegleider van US Postal is ook die tijdrit niet op maat van Evenepoel. “Het parcours is niet goed voor Remco,” zegt Bruyneel. “De tijdrit is slechts 26 kilometer lang, en daarvan zijn de eerste tien kilometer bergop.”
“Het is een rit voor klassementsrenners, niet voor pure specialisten,” vervolgt hij. “In zo’n scenario zijn jongens als Pogacar of Vingegaard in het voordeel. Tijdritspecialisten zijn hier niet in hun element.”
Een pijnlijke vaststelling, want in de vorige twee edities van de Tour won Evenepoel telkens de vlakke tijdrit in de eerste week. In 2026 lijkt dat wapen dus grotendeels geneutraliseerd. “De slottijdrit van vorig jaar had een gelijkaardig profiel,” herinnert Bruyneel. “Toen verloor Remco meer dan een minuut op Pogacar.”
Stan Strubbe