Evenepoel spreekt klare taal: "Gelukkig verander ik van ploeg"

Evenepoel moest zondag op het EK wielrennen opnieuw zijn meerdere erkennen in Tadej Pogacar. De Sloveen reed iedereen uit het wiel die ondanks een sterke koers geen antwoord vond op de macht van de wereldkampioen. Na afloop bleef Evenepoel realistisch, maar ook ambitieus. “Ik ben vandaag gewoon geklopt door iemand die beter was,” klonk het nuchter.

LEES OOK: Del Toro wint van Pidcock in Italië, Magnier onstuitbaar in de CRO Race

“Sommige renners hadden orders om niet te rijden”

Evenepoel leek tijdens het EK lang controle te hebben. De Belgische ploeg maakte de koers vroeg hard en wist Pogacar zelfs even te isoleren. Maar in de finale, toen de Sloveen zijn versnelling plaatste, liep het anders. “Het was best frustrerend,” vertelde Evenepoel over het gebrek aan samenwerking in het achtervolgende groepje met Paul Seixas, Juan Ayuso en Christian Scaroni.

“Als iedereen goed had meegewerkt, denk ik dat we het gat hadden kunnen dichten. Maar sommige renners hadden orders om niet te rijden. Dat zijn koerssituaties die je moet accepteren.” Evenepoel probeerde nog te reageren, maar de kloof groeide van twintig seconden naar bijna een minuut. “We hebben gedaan wat we in gedachten hadden. Iedereen in het team reed een sterke koers.”

“Gelukkig verander ik van ploeg”

Evenepoel zelf kijkt ondertussen vooruit naar zijn toekomst bij Red Bull–BORA-hansgrohe, waar hij in 2026 zijn debuut maakt. “Het zal nog beter moeten, maar gelukkig verander ik van ploeg, dus het is hun probleem,” zei hij met een knipoog.

Toch ziet de Belg in het EK nuttig huiswerk voor zijn nieuwe team. “De finale was interessant. Ze mogen analyseren wat ik moet verbeteren en beslissen welke trainingen daarbij horen. Het gaat niet om één minuut knallen; het zijn inspanningen van drie tot vijf minuten, en daar moet ik sterker in worden.”

Of hij zich meer als pure klimmer zal ontwikkelen, blijft twijfelachtig. “Nee, dat denk ik niet. Een goede tijdrijder kan langere tijd hoge vermogens trappen. Het gaat om watts per kilo, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.”