Voor Eli Iserbyt waren het allesbehalve makkelijke tijden. Zenuwpijnen zorgden ervoor dat hij uiteindelijk toch voor een operatie koos aan de vernauwde liesslagader. Dat werden uiteindelijk 3 (!) operaties. En dat heeft ook nog gevolgen voor het seizoensbegin in het veldrijden.
Nog niet klaar
Dat gaat zo immers stilaan van start, maar waar dit anders vanzelfsprekend is, zullen we daarbij deze keer nog niet op Iserbyt moeten rekenen. Hij is nog niet klaar om wedstrijden te rijden. "Klopt, mijn conditie is nog niet goed genoeg om wedstrijden te kunnen aanvatten”, stelt hij duidelijk bij Sporza.
“Daarom zullen we iets later starten dit seizoen. Maar ik heb vorige week mijn eerste crosstraining kunnen doen en ik voelde mij daar goed bij. Dat is het belangrijkste."
"Ik denk ook dat ik me aan het vooropgestelde schema zal kunnen houden, maar er mogen geen mindere momenten komen." De voorbereiding moet dus zo goed als feilloos verlopen voor Iserbyt.
"Het is echt wel hopen op 6-7 goeie weken voor fine-tuning, kracht, interval en cross. Dat heb ik sinds februari niet meer gedaan. Het is niet dat ik opnieuw moet leren fietsen, maar het moet wel terugkeren."
Niets overhaasten
Geen seizoensstart, maar wanneer mogen we Iserbyt dan verwachten? Daarover blijft hij zelf toch nog wat in het duister. Hij lijkt het vooral niet te willen overhaasten: “Ik ben volop bezig om mijn kracht en conditie op te bouwen. Ik kom van heel ver. Het gaat de goede kant op. De intensiteit wordt alsmaar opgevoerd. Er is progressie. Wanneer ik effectief terug in het veld kom, is een andere vraag. Dat zien we dan wel.”
Al liet hij tegenover Het Nieuwsblad toch al iets meer in zijn kaarten kijken: “Alles tot aan het EK op 9 november komt te vroeg”, klonk het daar immers. “Daarna kan ik hopelijk snel opnieuw in competitie komen. Het wordt niet evident, maar ik hoop in Tabor (op 23 november, red.) de eerste manche van de wereldbeker te kunnen rijden. Dat is het doel momenteel."