De Sloveense superster Tadej Pogacar beleefde een pijnlijk moment tijdens het WK tijdrijden, waar hij door Remco Evenepoel werd ingehaald. Toch weigert hij te blijven hangen in die nederlaag. Pogacar kijkt vooruit naar de wegrit in Rwanda, waar hij zijn regenboogtrui hoopt te prolongeren. “Ik voel me elke dag beter,” benadrukte hij tijdens een persmoment.
Volgens Pogacar ligt de druk hoog, maar ziet hij vooral kansen. “Ik ben hier in de eerste plaats voor de wegrit. We hebben een van de sterkste ploegen, dus we mogen onszelf als topfavoriet zien,” klonk het zelfverzekerd. Zijn vierde plaats in de tijdrit schuift hij snel terzijde: “Ik vond mijn ritme en benen niet, maar na de overschakeling op de wegfiets loopt alles beter. Ik ben gewend geraakt aan de hoogte en de omstandigheden.”
LEES OOK: Analist weet het zeker: "De enige die Wereldkampioen kan worden"
RevancheDe vraag of er sprake is van revanchegevoelens richting Evenepoel werd hem direct gesteld. Pogacar nuanceerde, maar liet toch iets doorschemeren: “Misschien is het mijn beurt om dat rotgevoel achter me te laten. Remco nam wraak voor de Tour, nu wil ik mijn eigen moment rechtzetten.”
Het parcours lijkt hem alvast gunstig gezind. Vooral de lus met de Mount Kigali en de iconische Muur van Kigali spreekt tot de verbeelding. “Die langere klim en de kasseienhellingen passen bij mij. Alleen ligt het lastigste deel nog ver voor de finish,” analyseerde hij.
Verre aanval
De herinnering aan zijn vroege aanval van meer dan honderd kilometer op het vorige WK komt onvermijdelijk naar boven. Kan hij dat kunststuk herhalen? Pogacar blijft voorzichtig. “Dat kun je niet elke keer doen. In Zürich had ik steun van ploeggenoten, waardoor ik nooit helemaal alleen reed. Honderd kilometer solo blijft bijna onhaalbaar.”
Hoe hij het zondag precies aanpakt, wil hij nog niet verklappen. Maar dat Pogacar uit is op sportieve revanche, staat vast. De Sloveen lijkt klaar om het rotgevoel van de tijdrit weg te spoelen, en misschien opnieuw geschiedenis te schrijven.