Stan Strubbe
Het beeld van dit WK tijdrijden in Kigali staat op ieders netvlies: Remco Evenepoel die Tadej Pogacar, gestart tweeënhalve minuut eerder, in de slotfase bijbeent en voorbijraast. Ook in de Belgische volgauto was het een moment vol spanning én adrenaline.
LEES OOK: Dubbel feest voor Evenepoel: Vriendin Oumi onthult heugelijk nieuws
“Niet overhaast ernaartoe”“Het enige wat ik zei toen we hem zagen rijden, was dat we niet te snel naar hem toe moesten,” blikte ploegleider Klaas Lodewyck terug bij Het Laatste Nieuws. “Remco moest reserves houden voor de kasseistrook van Kimihurura. Het zou belachelijk zijn geweest als hij daar half te voet stond.”
Toch erkende Lodewyck dat het haast onmogelijk is om niet aangetrokken te worden door het zicht van een voorganger. Evenepoel bevestigde dat: “Toen ik Tadej plots voor me zag op een hellende strook, wou ik er zo snel mogelijk naartoe. Dat geeft altijd extra motivatie.”
“We gaan hem opeten”
In de volgwagen werd nauwelijks gesproken, herinnert mecanicien Dario Kloeck zich. “We gaven enkel door dat de auto’s achter Pogacar opzij gingen.” Bondscoach Serge Pauwels hoorde nog een kreet van Lodewyck: “Klaas riep iets in de trant van: ‘We gaan hem opeten!’”
Het risico was er, maar de impact ook. “Het gaf Remco een mentale boost,” aldus Lodewyck. “Zeker omdat hij zag hoe anderen aan het ploeteren waren met een dubbel voorblad of een 60 vooraan.”
Revanche en ego-boost
Trainer Koen Pelgrim zag vooral de symboliek. “Als het iemand anders was geweest, was het ook iets. Maar Pogacar is dé referentie. Dat geeft toch dat extraatje.”
Evenepoel zelf nuanceerde: “Of het nu Tadej was of iemand anders, maakte me niet uit. Het was geen doel op zich, ik wilde gewoon de snelste zijn.” Toch denkt Lodewyck dat het moment hem iets deed. “Zijn ego heeft daar van genoten – en terecht. Zoiets gebeurt niet vaak, en al zeker niet na een k*tjaar.”
Kloeck sloot af met een knipoog: “Voor Remco voelde dit ook als een beetje revanche. In de Tour heeft hij zelf meegemaakt hoe het is om ingehaald te worden.”
