Even leek ze op koers, toen kwam die rug. De voorbereiding van Lotte Kopecky op de Tour de France Femmes liep allerminst vlekkeloos, maar in de aanloop naar de openingsrit in Vannes klinkt er plots weer hoop uit de mond van de wereldkampioene. "Ik heb de voorbije dagen mijn moraal weer gevonden. En dat wil ik meenemen."
Lang was het duidelijk: SD Worx-Protime zou vol inzetten op het klassement van Kopecky. Maar na haar opgave in de Giro Donne, na rugproblemen, moest het plan herschreven worden. “Ik ben niet honderd procent, dus ik kan niet verwachten dat de ploeg zich nu helemaal voor mij opoffert,” vertelt ze open. “We hebben samen beslist om het los te laten… voorlopig.”
LEES OOK: Kopecky speelt open kaart na rigoureuze beslissing
Geen klassement, maar wél ambitieToch voelt elke zin als een voorzichtige ommekeer. Want wie Kopecky kent, weet: opgeven past niet in haar woordenboek. “Het is heel moeilijk geweest, want ik had dit seizoen zó anders in gedachten. Maar je moet ook durven toegeven dat iets niet lukt. Stoppen in de Giro was de juiste keuze, hoe graag ik ook had doorgereden.”
Na een paar dagen zonder fiets en behandelingen voor haar rug, hervatte ze deze week de training. “Het waren rustige trainingen, gevolgd door wat intensievere sessies. En ik moet zeggen: ik voelde me de voorbije drie dagen opnieuw goed. Ik probeer dat gevoel vast te houden.”
Geel is nog niet afgeschreven
De eerste twee ritten liggen haar nochtans als gegoten. “Als ik me goed voel, zijn dat echt ritten die me perfect passen. Het vertrouwen groeit, ook binnen de ploeg. Ze geloven in mij, ik probeer dat zelf ook te doen. En ja: ik wil zaterdag gewoon proberen te winnen.”
In haar zog is er natuurlijk ook Lorena Wiebes, die zich normaal op de sprintritten mag richten. “Maar voor dag één heb ik duidelijk aangegeven dat ik wil proberen. En daar wordt naar geluisterd.” Het klassement? Voor later. Maar ritwinst? Die staat nog vol op het vizier.
Zelfs als de benen nog niet perfect zijn, zal de vechtlust van Kopecky nooit ver zoek zijn. “Als het fantastisch gaat, zie ik niet in waarom ik niet zou kunnen meesprinten. Maar laten we stap voor stap gaan. De Tour is lang, en vooral: zwaar. Maar dat wist ik op voorhand. Het begin is mijn grote doel. Dromen mag, maar we bekijken het dag voor dag.”