Mathieu van der Poel had Tour-geschiedenis kunnen schrijven in Châteauroux, maar werd op 700 meter van de finish toch nog ingerekend na een heroïsche vlucht van 173 kilometer. Bij Alpecin-Deceuninck overheerst na afloop het gevoel van gemiste kans, al is de trots minstens zo groot. “Het had bijzonder mooi geweest”, zei ploegleider Christoph Roodhooft na afloop. “Maar we zijn onderweg onverwacht een minuut verloren. En die minuut komen we tekort.”
LEES OOK: 'Waaierrit Tour krijgt opmerkelijk staartje voor Van der Poel'
Een plan met lefVan der Poel ging samen met Jonas Rickaert al meteen na het startsignaal in de aanval. Een gewaagde zet, die initieel werd ingegeven door een ander doel. “Eigenlijk wilden we gewoon de tussensprint afwachten, in de veronderstelling dat Lidl-Trek vol zou gaan voor Jonathan Milan”, legt Roodhooft uit. “Maar toen we Asgreen en Romeo achter de auto zagen zitten, besloten we zelf door te trekken. Alleen ging er niemand mee, dus zaten we ineens met twee man voorop.”
De sleutel: een verloren minuut
De aanval bleek allerminst kansloos. Op het hoogtepunt had het Alpecin-duo ruim vijf minuten voorsprong, maar halverwege de rit sloeg de nervositeit in het peloton toe. En dat kostte uiteindelijk de ritzege. “Toen er plots waaiervorming ontstond, zakte het verschil ineens naar drieënhalve minuut. Dat heeft ons genekt. Die minuut hebben we op het eind écht nodig gehad. Het is niet normaal jammer.”
Solo tegen de wereld
Toen Rickaert afhaakte, trok Van der Poel nog vijf kilometer solo ten aanval. Met dertig seconden voorsprong dook hij de laatste rechte lijn in. “Er zat zeker wat in”, vindt Roodhooft. “Maar die laatste anderhalve kilometer liep licht omhoog. Toen hij in het vizier van het peloton kwam, was het spel gespeeld. Je weet dat ze dan niet meer twijfelen.”
Het eindverdict was hard, maar de prestatie groots. “Het is dubbel”, erkent de ploegleider. “We hebben ons plan goed uitgevoerd, Mathieu reed een geweldige rit, Jonas was fantastisch. Alleen... het werd nét geen kunststuk. Dat is zuur, maar ook koers.” En dan, met een lichte zucht: “Het had gekund. Het was bijzonder mooi geweest.”