Het was geen rit om te winnen, maar wel eentje om weer wat vertrouwen te tanken. Wout van Aert eindigde als elfde in de lastige vierde etappe naar Rouen en zag na drie lastige dagen eindelijk weer licht aan het einde van de tunnel. “Ik voelde me beter en dat is een stap vooruit”, klonk het veelbelovend na afloop.
Lees ook: Van Aert doet opvallende oproep in Tour: "Ego groot genoeg"
Van Aert toont zich in finaleVoor het eerst in deze Tour de France liet Van Aert zich écht zien in het slot van een etappe. Op de steile Rampe Saint-Hillaire – met pieken tot 13% – probeerde hij zijn wagonnetje aan te haken bij de favorieten. Jonas Vingegaard en Tadej Pogacar staken er met kop en schouders bovenuit, maar Van Aert hield zich kranig.
“Het was goed, maar niet bijzonder genoeg”, klonk zijn nuchtere evaluatie. “Ik moest net passen op de laatste helling, maar ik zat niet ver. Iedereen zat er volledig doorheen, dan vallen die gaten snel. Boven wist ik al dat ik niet meer zou terugkeren. Maar onze kopmannen zaten wél mee, dus dan is het gewoon een goeie dag.”
Hoop voor wat komt
Zijn elfde plaats is voorlopig zijn beste resultaat van deze Tour. Na een voorbereiding die werd gehinderd door ziekte en onzekerheid, lijken zijn benen stilaan te ontwaken. “Ik voelde me duidelijk beter. Ik heb de finale kunnen rijden. Dat is voor mij het belangrijkste vandaag.”
Toch twijfelt de Belg over wat hij woensdag zal doen in de tijdrit. “Vroeger zou ik altijd vol gaan in zo’n chrono. Maar ik moet realistisch zijn: iemand als Remco Evenepoel versla je daar niet. Bovendien komen er donderdag en vrijdag nog twee loodzware dagen aan. Ik moet goed nadenken over mijn aanpak.”
Wout van Aert is nog lang niet afgeschreven in deze Tour. Dit was misschien geen overwinning, maar wél een sprankje hoop.