De derde etappe van de Tour de France werd gekenmerkt door tegenwind en stilte... tot de slotfase begon. Wat een rustige rit leek te worden, eindigde in complete chaos. Na de val van Jasper Philipsen bij de tussensprint, volgden in de diepe finale nog twee zware crashes — eentje daarvan trof ook Danny van Poppel, die bovendien zijn sprintkopman Jordi Meeus verloor. De Nederlander uitte na afloop zijn frustraties over de onvoorspelbare en gevaarlijke finale.
Meeus kwijt, plan overboord
Van Poppel reed namens Red Bull-BORA-hansgrohe een sterke rit, maar zag onderweg zijn strategie in rook opgaan. “Jordi viel, maar jullie weten waarschijnlijk meer dan ik,” zei hij tegenover de NOS. “Ik riep een paar keer: ‘Jordi, ben je daar?’ Maar toen lag hij al op de grond natuurlijk.”
Wat volgde was improvisatie. “Ik dacht: ik volg maar en misschien komt hij nog terug. Maar op zo’n manier rijd je gewoon anders. Dit was ook zeker niet het plan. Ik reed op gevoel, vol door de wind, zonder lead-out of echte positionering.” Toch spurtte Van Poppel nog naar een achtste plaats, al sprak zijn gezicht boekdelen.
Philipsen al vergeten
Toen Van Poppel werd herinnerd aan de crash van Philipsen eerder in de rit, kwam een veelzeggende reactie: “Goh, ja… die was ik alweer vergeten. Die is er ook nog uit, ja. Ik zag hem liggen en wist meteen dat het er niet goed uitzag.”
Wat volgens Van Poppel vooral bleef hangen, was de extreme nervositeit in de laatste kilometers. “Het was een hoop hectiek, het was gewoon niet normaal. Je zit in een tunnelvisie en niemand remt voor elkaar. Iedereen denkt dat hij moet opschuiven en renners gedragen zich als dolle stieren.”
Volgens hem ligt de grens in zulke finales heel dichtbij. “Als sprinter is dat je werk, maar vaak ligt de limiet wat betreft risico's nemen echt heel dicht bij elkaar. En vandaag ging het gewoon weer mis.”