Het is inmiddels vier decennia geleden dat Bernard Hinault Frankrijk zijn laatste Tourzege schonk. In 1985 droeg de man uit Bretagne voor de vijfde keer het geel naar Parijs, maar sindsdien bleef het stil rond Franse eindwinnaars. En dat laat de inmiddels 70-jarige Hinault niet onberoerd: in een stevig interview met L’Équipe spaart hij zijn landgenoten niet.
Hinault is onverbloemd in zijn oordeel: “Er zijn geen Franse renners die de Tour kunnen winnen.” Volgens de voormalig Tourheerser zit het probleem niet in het gebrek aan talent, maar in een mentaliteitskwestie. “Wat we hebben zijn renners met een 750cc-motor, terwijl je voor de Tour een 1000cc-motor nodig hebt. Er is niemand die het verschil maakt.” De uitspraak is veelzeggend, vooral uit de mond van een man die zelf tot de allergrootste behoort.
LEES OOK: Franse legende haalt landgenoten door de molen vlak voor Tour
Tevreden met een top tien? “Dat is geen winnen”De Bretoen stoort zich vooral aan het gebrek aan echte ambitie. “Neem David Gaudu,” stelt Hinault. “Hij werd vierde in de Tour van 2022. In Frankrijk werd hij onthaald alsof hij gewonnen had. Maar een kampioen wil winnen, punt. Met ‘goede benen’ kom je als eerste over de streep. Vierde worden is geen prestatie om te vieren.” Volgens Hinault is het die tevredenheid met ‘net niet’ die de Fransen al jarenlang op achterstand zet.
Toch is er één landgenoot die bij Hinault op enig begrip kan rekenen: Julian Alaphilippe. “Hij richt zich liever op wedstrijden die hij echt kan winnen, zoals het WK. Dat is beter dan je vastklampen aan een top tien in de Tour, alsof dat het summum is.” Hinault prijst de koersintelligentie en bravoure van Alaphilippe. “Hij is tenminste iemand die zelf bepaalt waar hij wil schitteren. Dat siert hem.”
Wat Hinault ook ergert, is de houding van renners die kritiek als aanval beschouwen. “Als je je stoort aan kritiek, betekent dat al dat je zwakte toont. Wat ik zeg, moet je net motiveren. Bewijs het tegendeel, rij mij maar omver met een overwinning.” In het verleden was dat anders, aldus Hinault. “Toen ik koerste, werd er ook kritiek geuit. We gebruikten die om sterker terug te komen.”
Hoop op Seixas: “Laat hem eerst de Tour de l’Avenir winnen”
Toch is Hinault niet alleen maar negatief. Hij steekt zijn hoop op de jonge Paul Seixas, het 18-jarige toptalent dat nu al achtste werd in de Dauphiné. “Hij heeft potentieel, dat zie je. Maar laat hem eerst nog maar eens de Tour de l’Avenir winnen, daar leer je koersleiderschap en omgaan met druk. Dat is een betere leerschool dan zomaar voor de leeuwen gegooid worden in de Tour de France.”
Vier decennia na zijn laatste triomf blijft Hinault een icoon – en een criticus die niet terugdeinst voor straffe uitspraken. Zijn boodschap aan het Franse wielrennen is duidelijk: tevreden zijn met ‘net niet’ is niet wat een kampioen siert. Wie de geelhemden weer echt wil laten schitteren, moet zich volgens Hinault spiegelen aan zijn generatie – of bewijzen dat het ook anders kan.