Jarno Widar staat deze week aan de start van de Giro Next Gen – de beloftenversie van de Giro d’Italia – en doet dat niet als zomaar een deelnemer: de jonge Belg is de titelverdediger én topfavoriet. Toch is het niet die roze trui die bovenaan zijn verlanglijstje prijkt. “Mijn grootste droom? De regenboogtrui pakken bij de U23.”
“Ik volg mijn eigen route, niet die van Seixas”
Terwijl leeftijdsgenoten als Paul Seixas (18) zich al meten met de profs in het Critérium du Dauphiné, koos Widar (19) bewust voor een extra seizoen bij de beloften. “Paul maakt zijn keuzes, ik de mijne”, zegt hij met vaste stem. “Hij doet het fantastisch, maar ik heb nog iets af te vinken bij de U23.”
Dat ‘iets’ is het wereldkampioenschap, dat dit najaar wordt verreden in Rwanda. “Ik wil dit jaar écht alles zetten op dat WK, in zowel de wegwedstrijd als de tijdrit. Daarna kijk ik pas richting 2026.”
Hoogtestage en tijdrituren als investering in de toekomst
In de aanloop naar de Giro Next Gen trok Widar voor het eerst in zijn carrière op hoogtestage. De locatie: Sierra Nevada, samen met trainer Oliver Delaey. “Het ging goed, al sloeg mijn frisheid daarna wel een beetje tegen in de Ronde de l’Isard. Toch won ik daar, dus dat zegt ook wel iets over mijn niveau.”
Om zijn achilleshiel – de tijdrit – weg te werken, reed Widar de voorbije maanden tot twaalf uur per week op zijn tijdritfiets. “Daar werd vroeger altijd over gepraat, maar ik heb het aangepakt. Elke week opnieuw. Die openingstijdrit in Italië is nu belangrijk voor mij.”
Gek genoeg: de Giro is niet het hoofddoel
Opvallend: Widar noemt de Giro Next Gen niet zijn grootste doel. “Als ik moet kiezen, staat het WK bovenaan. Dan komt de Tour de l’Avenir, en pas dan de Giro.” Toch sluit hij niets uit. “Ik voel me goed, en als ik meedoe voor de zege, laat ik het niet liggen.”
Concurrentie verwacht hij vooral van thuisrijder Lorenzo Finn (Red Bull-BORA-hansgrohe) en Jørgen Nordhagen (Visma | Lease a Bike). “Maar zelfs als ik hier niet win, ga ik nog niet in paniekmodus. Dat bewaar ik voor augustus,” grapt hij.
Blik op 2026: Vuelta als eerste grote ronde
Zijn beloftencampagne duurt sowieso niet lang meer. Widar rijdt dit jaar nog vijf wedstrijden – en dan zit zijn seizoen erop. Vanaf 2026 stapt hij definitief over naar de profs. Een transfer naar een WorldTour-ploeg zat erin, maar hij blijft trouw aan Lotto.
“Ik heb als junior een vierjarig contract getekend, tot eind 2027. Dat plan is vorig jaar nog wat aangescherpt. Volgend jaar zal ik voor het eerst de Ardennenklassiekers rijden én de Vuelta a España staat op het programma.”
De Tour de France? “Daar is nog niet over gesproken. Maar ik weet wat ik wil. Alles op het juiste moment.”