De Olympische Spelen zijn het belangrijkste toneel voor topsporters. Of dat voor wielrenners ook het geval is, is echter maar de vraag. Sommigen zullen zeggen van wel, anderen denken dan weer van niet. Zeker is dat het zaterdag een atypische rit zal worden in en rond Parijs.
Heel klein peloton
Vooraleerst werd het deelnemersveld nog ingekrimpt ten opzichte van de laatste Spelen in Tokyo. Toen mochten de grote landen nog 5 renners selecteren, nu maximaal 4 (waaronder België, nvdr). Zo krijgen we straks een peloton van amper 89 renners, daar waar het er drie jaar geleden nog 128 waren. Al is dat peloton in realiteit nog kleiner.
“Want niet elk wielerland is even sterk”, weet Vanthourenhout over exoten van pakweg Rwanda, Hong Kong of Panama. “Eenmaal Parijs buiten ben je al twintig of dertig renners kwijt. Je gaat heel snel een peloton van 50 renners krijgen.” Jammer? Vind ik wel. Heel veel goede renners die absoluut hun plek hebben op de Spelen, zitten straks gewoon thuis”, deelt de bondscoach zijn ongenoegen.
Te lange wedstrijd
Desondanks krijgen we toch een wedstrijd van 272 kilometer. Dat zijn zelfs twee kilometer meer dan pakweg De Ronde van Vlaanderen van dit jaar. Vanthourenhout vreest dat dit zijn – negatieve – gevolgen zal kennen. “Het zou wel eens heel lang wachten kunnen zijn voor er iets gebeurt.”
“Precies dat maakt het zo jammer. Dit gaat om olympisch goud. Het zou de mooiste koers van het jaar moeten zijn. Iets dat boven alles gaat. Maar nu vrees ik ervoor. Het is allemaal zo atypisch”, wijst hij in Het Nieuwsblad toch met een beschuldigende vinger richting het IOC.
En dan is er nog het feit dat wielrenners sowieso niet worden bevoordeeld op de kalender. “Er is geen enkele andere sport waarin de deelnemers net een wedstrijd van een drie weken hebben afgewerkt. Andere sporters komen optimaal voorbereid naar Parijs. Die hebben stages, trainingsblokken achter de rug… Hier komt meer dan de helft van het peloton uit de Tour.”
Zo is er weer de nodige kritiek op Parijs. Iets wat ook vorige week bij de tijdrit al het geval was. Zo kloegen zowel Remco Evenepoel, Wout van Aert als Lotte Kopecky over het slechte wegdek in de laatste 10 kilometer. Moeite om nieuw asfalt te leggen werd er dus duidelijk niet gedaan.