Mats Buelinckx
Christophe Laporte en Wout van Aert, het lijken wel twee handen op één buik te zijn. Beide renners maken al enkele jaren het mooie weer bij Jumbo-Visma, maar de Fransman heeft zich wel moeten aanpassen aan de Nederlandse manier van werken.
Laporte heeft er een goed jaar opzitten. Na zeges in Gent-Wevelgem en Dwars door Vlaanderen schreef hij ook het EK in Drenthe op z'n naam. Maar de Fransman was niet altijd de coureur die hij vandaag de dag is. Voor Jumbo-Visma koerste hij namelijk voor Cofidis, en daar ging het helemaal anders aan toe.
“Bij Cofidis deden we die niet echt, maar bij Jumbo-Visma doen we twee kampen van drie en eentje van twee weken in het eerste deel van het seizoen", legt hij uit aan Rouleur.
"Die drie weken zijn in februari en mei, en dan meteen na de Dauphiné gaan we twee weken op stage. Het is veel, maar dat maakt wel het verschil.”
LEES OOK: Bakelants spaart het veldrijden niet en ziet groot probleem
Van AertEn dan is er nog zijn relatie met Wout van Aert. De Belg is in het voorjaar steevast de grote man bij de Nederlandse succesformatie. “Eenmaal in de ploeg kreeg ik snel door dat ik mét Van Aert ging werken en niet simpelweg alleen voor hem. Door met hem in de ploeg te rijden heb ik zelf meer kans om te winnen dan wanneer ik de enige leider was in een andere ploeg.”
