Zijn tweede opeenvolgende zege in Luik-Bastenaken-Luik maakte heel wat los bij Remco Evenepoel. De wereldkampioen verdedigde zijn titel in La Doyenne met veel bravoure, getooid in zijn witte wereldkampioenenshirt. Na afloop straalde de renner uit Schepdaal, terecht, van trots.
In tegenstelling tot vorig seizoen was de ontlading dit jaar precies wat minder. Er rolden opvallend minder tranen dan in 2022. “Je kan niet zeggen dat deze klassieker winnen – voor de tweede keer op rij – normaal is. Ik moést ook dit fantastische teamwork afmaken", legt Evenepoel uit bij Het Nieuwsblad. "Het is een heel grote prestatie, maar in de tweede seizoenshelft vorig jaar kon ik in de eerste plaats mezelf bewijzen en tegelijk iedereen tonen dat we elke koers op het hoogste niveau kunnen winnen. Misschien is dat de reden waarom nu ongeveer niemand aan het wenen was."
De hoogtestage van Evenepoel lijkt zijn vruchten te hebben afgeworpen. Na een lange tijd op de Teide keerde de kopman van Soudal-Quick-Step terug naar het peloton en wint meteen een Monument. "Het is niet dat ik op vakantie zit op de top van de Teide, hè. Ik deed dikwijls trainingen van zeven uur. Maar je hebt niet de stress van in het peloton te vechten voor je positie. Die frisheid neem je mee in de koers. Maar fysiek was ik ook fris."
GROTE ZES
Evenepoel wordt de laatste tijd steevast gerekend tot de Grote Zes: Pogacar, Van der Poel, Van Aert, Vingegaard, Roglic en de huidige wereldkampioen. "Het is beter om bij de eerste zes te zijn dan bij de laatste zes. Denk maar niet dat het gemakkelijk is. Echt niet. Ik moet hard werken om bij die zes te zijn. Ik ben blij om een van die mensen te zijn. Om er als wereldkampioen bij te zijn. Ik hoop voor mezelf en de ploeg dat we de volgende jaren zo kunnen doordoen.”