Nys jr wil in het spoor van papa Sven: 'Ben een betere crosser'

Vorige week wist Thibau Nys iedereen nog eens te verbazen met enkele geweldige prestaties. In De Ronde van Hongarije pakte hij twee etappezeges én de eindoverwinning. Al wil hij daar zelf niet te euforisch over worden.

LEES OOK: Nys blijft in zelfde bedje ziek: vader Sven legt oorzaak bloot

Betere crosser

“Ik heb afgelopen week een supermooie stap gezet in mijn carrière, één die vroeger komt dan verwacht, maar het is ook maar Hongarije. Ik wil er niet te wauw over doen. Evident vind ik het óók niet, maar ik blijf gewoon liever voorzichtig”, klinkt het immers bij HLN.

Intussen wordt er overal druk gespeculeerd over wat soort renners Nys nu eigenlijk is, en of hij zijn focus niet volledig op de weg moet richten, omdat hij daar beter voor geschikt lijkt. “Ik hoor dat heel veel, maar ik denk dat niet”, gaat Nys jr evenwel niet akkoord met die stelling.

“Ik geloof dat ik een grote wegrenner kan worden, want dat ben ik nu nog maar voor een stukje, maar ik ben ervan overtuigd dat ik als crosser beter kan worden dan als wegrenner. Op basis van mijn kwaliteiten”, is hij zelfs stellig.

Van der Poel 'The Goat'

En dan zal de onvermijdelijke vergelijking blijven. Zijn trainer Paul Van Den Bosch zei al da hij vermoedelijk het niveau van zijn vader niet zal halen in het veld. Ook daar plaatst Nys toch een kanttekening bij.  “Ja, ik ga nooit – of waarschijnlijk nooit — het palmares van mijn pa bijeen rijden in het veldrijden.”

“Maar wanneer is iemand een betere crosser dan een ander? Mathieu van der Poel is voor mij nog beter dan papa. Maar ook Mathieu zal – los van de wereldtitels – niet aan zijn palmares komen. Papa op zijn top in het veld en ik ooit op mijn top in het veld, dat zou in niveau dicht bij elkaar kunnen liggen. Maar in aantal overwinningen waarschijnlijk niet.”

Van het stigma van ‘de zoon van’ zal Nys dan vermoedelijk nooit af geraken. “In de cross zal dat waarschijnlijk iets meer spelen, omdat papa daar zo dominant was gedurende vijftien jaar, maar op de weg heb ik niks meer te bewijzen tegenover hem. Nul.”