Twee jaar nadat zijn carrière al eens aan een zijden draadje hing, dreigt Ryan Kamp opnieuw zonder ploeg te vallen. De 25-jarige Nederlander, ooit beloftewereldkampioen, vreest dat zijn toekomst in het veld opnieuw onzeker wordt. “Het gaat niet goed met de cross", klinkt het opvallend eerlijk.
LEES OOK: Nieuwe topknecht van Van der Poel fileert ex-ploeg
Vieze papierenIn 2023 werd Kamp nog gered door Christoph en Philip Roodhooft, die na zijn plotse vertrek bij Pauwels Sauzen-Altez Industriebouw een eenmansploeg rond hem bouwden met sponsors Fenix, Alé en Sidi. Dat project loopt normaal gezien af op 31 december, waardoor Kamp opnieuw in vieze papieren zit. “Natuurlijk zit dat in je hoofd”, geeft hij toe bij Wielerflits. “Op een bepaalde manier kan ik het nu wel een plaats geven. Ik probeer me op mijn wedstrijden te focussen, en dan zien we wel.”
Sportief liet Kamp zich de voorbije weken nochtans opmerken. In Terralba reed hij met een vierde plaats zijn beste resultaat ooit in een wereldbekercross, een week later stond hij voor het eerst op het podium van de cross in Kortrijk. Toch blijkt dat onvoldoende om zekerheid te krijgen over zijn toekomst.
Goodwill
Op korte termijn is er wel wat ademruimte. Dankzij de goodwill van de broers Roodhooft mag Kamp mogelijk tot het einde van het seizoen blijven rijden onder dezelfde voorwaarden. “Mijn contract eindigt op 31 december, maar ik kan misschien tot februari doorgaan", zegt hij. “Als er iets anders opduikt, staat de ploeg daar ook voor open. Het is een lastige situatie.”

Het probleem is volgens Kamp breder dan zijn eigen dossier. Het aantal echte crossploegen is beperkt en de middelen zijn niet eindeloos. Naast Kamp zitten ook renners als Toon Vandebosch en Amandine Fouquenet zonder zekerheid. “Er is op dit moment geen enkele ploeg die met mij in gesprek wil gaan. Dat hoor ik ook van andere jongens. Dat is gewoon jammer voor de cross.”
Kamp plaatst ook kanttekeningen bij het rooskleurige beeld dat soms wordt geschetst. “Ik lees op internet dat mensen zeggen dat het met de cross heel goed gaat. Maar als je dat aan een aantal crossers gaat vragen, denken zij er toch anders over. Het gaat goed met de top, dat wél.”
Mats Buelinckx