Voor Isaac Del Toro was 2025 het jaar van zijn definitieve doorbraak. Zestien zeges, een tweede plaats in de Giro d’Italia en een vaste plek in de wereldtop: de 21-jarige Mexicaan van UAE Emirates XRG zette zichzelf op de kaart als de volgende grote kampioen. Toch blijft de nuchtere klimmer kritisch. In gesprek met Marca blikt hij terug op een seizoen vol hoogtepunten, lessen en een vleugje nederigheid.
LEES OOK: Andorra Cycling Masters: Dit is waarom Evenepoel er niet bij is
De roze trui verloren, maar geen slapeloze nachtenDel Toro’s voorjaar stond in het teken van constante progressie. Na winst in Milaan–Turijn volgde een schitterende Giro, waarin hij tot de voorlaatste dag in het roze stond. “Natuurlijk is het moeilijk om de trui te verliezen,” zegt hij eerlijk. “Maar ik kan er rustig over slapen. Het was niet de manier waarop ik had willen eindigen, maar ik heb er veel van geleerd.”
Zijn zelfevaluatie is opmerkelijk bescheiden. “Ik geef mezelf een acht,” zegt hij met een glimlach. “Het was een geweldig jaar, maar ik miste soms veeleisendheid, aandacht voor details. Daar wil ik aan werken. Elke koers, elk verlies, helpt me groeien.”
Een najaar vol revanche en ritme
In het najaar kwam de ontlading. Zeven overwinningen in Italiaanse eendagskoersen katapulteerden Del Toro naar de derde plek op de UCI-wereldranglijst, enkel achter Jonas Vingegaard en ploegmaat Tadej Pogacar. Samen met Pogacar, João Almeida en Juan Ayuso zorgde hij bij UAE Emirates XRG voor een ongekende 54 seizoenszeges.
De samenwerking met Pogacar beschrijft hij als inspirerend én luchtig. “Ik probeer hem af en toe te plagen,” lacht hij. “We lachen veel, we delen dezelfde passie. Het is werk, maar het is ook plezier. Dat maakt het verschil.”
Pogacar versus Merckx: respect aan beide grootheden
En dan is er de eeuwige vergelijking: Pogacar of Merckx? Del Toro gaat de vraag niet uit de weg. “Eddy Merckx is de grootste uit de geschiedenis,” begint hij. “Ik heb enorm veel respect voor wat hij heeft gedaan. Maar ik heb hem nooit zien rijden — Tadej wel. Dat is het wielrennen dat ik ken.”
Zijn antwoord is diplomatiek, maar oprecht. “Voor mij, op basis van wat ik heb gezien, is Tadej de beste. Hij is compleet, constant en menselijk tegelijk. Maar als we naar de geschiedenisboeken kijken, blijft Merckx de koning. Er is ruimte voor beiden.”
Vol vertrouwen richting 2026
Na een seizoen vol explosie en emotie kijkt Del Toro al verder. Zijn ambitie: volgend jaar opnieuw een grote ronde rijden en ooit de Tour winnen. “Ik weet dat ik nog tijd heb,” zegt hij vastberaden. “Ik wil verbeteren, stap voor stap. Ik heb mijn fouten gemaakt, maar ook geleerd dat ik rustig kan blijven, zelfs na teleurstellingen.”
Zijn blik is volwassen, zijn toon kalm. De Mexicaan die in mei nog zijn eerste grote ronde verloor, sluit het jaar af als wereldtopper. En met een glimlach die verraadt: de toekomst hoort hem toe.