Voor Jimmy Janssens valt vandaag het doek over een bescheiden maar betekenisvolle profcarrière. De 36-jarige Belg van Alpecin-Deceuninck rijdt in de Veneto Classic zijn laatste wedstrijd als beroepsrenner. Via een emotioneel bericht op Instagram kondigde hij eerder deze week aan dat het tijd is om af te stappen. “Het voelt vreemd om dat onder woorden te brengen,” schreef hij.
LEES OOK: ‘Alpecin dichtbij absolute stunttransfer’
Een hoofdstuk vol toewijdingJanssens was nooit de man van de grote zeges, maar wel een renner die respect afdwong met zijn inzet en trouw. Sinds zijn overstap naar Alpecin-Deceuninck groeide hij uit tot een onmisbare schakel in het collectief rond kopmannen Mathieu van der Poel en Jasper Philipsen. “De wielersport is al zo lang mijn wereld,” blikt hij terug. “De trainingen, wedstrijden, het reizen en de mensen… Wielrennen heeft me gevormd tot wie ik ben.”
Zijn loopbaan stond in het teken van dienstbaarheid. Janssens reed als helper talloze topkoersen, van de Vlaamse klassiekers tot de grote rondes, en leverde zijn bijdrage aan de successen van zijn ploeg. “Ik kijk met trots terug op overwinningen, tegenslagen, vriendschappen en alle momenten daartussenin,” schreef hij.
Geen zeges, wel erkenning
Hoewel Janssens zelf geen profzeges behaalde, stonden er wel enkele fraaie prestaties op zijn palmares. Zo finishte hij op het podium in de Memorial Rik Van Steenbergen, werd hij derde in het eindklassement van de Ster van Bessèges en stond hij op het podium van de Tour de Taiwan.
Maar zijn grootste verdienste lag elders: als vaste waarde in de sprinttrein van Philipsen, als motor in de klassiekers, als renner die wist wat opoffering betekende. Binnen Alpecin-Deceuninck wordt Janssens geroemd om zijn werklust en bescheidenheid.
Dankbaar slot in Italië
Voorafgaand aan zijn laatste koers in Veneto kreeg de Belg nog een warm eerbetoon van ploeg en collega’s. In zijn afscheidsbericht sprak hij zijn dank uit aan iedereen die deel uitmaakte van zijn reis: “Aan mijn ouders, ploeggenoten, stafleden, supporters en sponsoren. En bovenal aan mijn vrouw, voor haar eindeloze steun en geduld.”
Met die woorden sluit Janssens een hoofdstuk af dat bol stond van kameraadschap, arbeid en liefde voor de sport. Geen glanzende erelijst, wel een carrière die in het peloton respect afdwingt, precies zoals hij zelf reed: met het hoofd omlaag, het hart vooruit.