Toon Aerts beleeft een overgangsjaar vol nieuwe indrukken. De veldrijder, die dit seizoen dertig wedstrijden op de weg afwerkte in het shirt van Lotto, kijkt met gemengde gevoelens naar de aangekondigde fusie tussen Lotto en Intermarché-Wanty. Hoewel de Belg zich gesterkt voelt door positieve signalen, is zijn toekomst nog niet helemaal zeker. “Het is wel de bedoeling dat ik voor die ploeg zal rijden,” zegt hij voorzichtig.
LEES OOK: 'Toon Aerts zorgt voor noodsituatie bij Lotto'
Wachten op zekerheidNa zijn zege in de Kermiscross van Ardooie sprak Aerts open over de onduidelijkheid die nog heerst rond de fusieploeg. “Ook voor mij is het momenteel nog een klein vraagteken,” geeft hij toe. “Het is de bedoeling dat ik erbij hoor, maar voorlopig is het nog niet officieel. Dat is een beetje frustrerend, ja.”
De voormalige Europees kampioen veldrijden kende dit jaar een brede introductie in het wegwielrennen. Van de Ronde van Noorwegen tot de Tour of Britain: Aerts reed 32 wedstrijden en bewees dat zijn motor ook buiten het veld goed tot zijn recht komt. “Ik wil me verder ontwikkelen op de weg,” benadrukt hij. “Dat was ook de reden om dit avontuur met Lotto aan te gaan.”
Vertrouwen in goede afloop
Toch blijft Aerts optimistisch over zijn toekomst. “Ik krijg goede signalen van hogerop,” zegt hij. “Ik begrijp dat zo’n fusie tijd kost en dat niet alles tegelijk kan worden beslist. Er wordt hard gewerkt om het tot een goed einde te brengen én om renners zoals mij duidelijkheid te geven.”
De Belg hoopt snel zekerheid te hebben. “Ik verwacht goed nieuws in de komende dagen of weken. Dat zou rust geven richting de winter.”
Alternatieven niet uitgesloten
Toch houdt Aerts rekening met elk scenario. Mocht hij onverwacht geen plek krijgen in de fusieploeg, dan blijft hij kalm. “Dan moeten we andere opties bekijken,” zegt hij realistisch. “Die zullen zich dan ook wel aanbieden.”
Voorlopig focust Aerts zich vooral op zijn veldritcampagne, waar hij opnieuw met ambitie aan de start wil verschijnen. “Zolang er nog geen duidelijkheid is, blijf ik gewoon doen wat ik moet doen: presteren. De rest volgt hopelijk vanzelf.”