Dat Remco Evenepoel opnieuw wereldkampioen tijdrijden kon worden, daar hield iedereen rekening mee. Maar dat de Belg in Kigali zo’n demonstratie zou geven en zelfs Tadej Pogacar zou inhalen, zorgde voor open monden. Ook José De Cauwer moest het even laten bezinken.
LEES OOK: Van Wilder onthult waardoor hij onverwacht brons pakte op WK
“Ik dacht: dit kan toch niet?”“Bij die eerste tussentijd lag ik bijna van mijn stoel,” bekende De Cauwer bij Sporza. “Ik dacht dat dat onmogelijk was. Je zegt tegen jezelf: het zal toch niet waar zijn? Hij zal hem toch niet inhalen? Dit is toch Pogacar? De man van wie iedereen zei dat we iets bijzonders zouden zien. En toch gebeurde het.”
Hoewel de analist niet wil overdrijven, beseft hij dat de beelden iconisch zijn. “Pogacar blijft de beste renner, dat staat vast. Maar als hij wordt ingelopen door iemand die voor de derde keer op rij wereldkampioen tijdrijden wordt – en dat is dan nog een Belg – dan kan je alleen maar bewondering hebben.”
Eerste tik richting wegrit
Met het oog op de wegrit van zondag lijkt Evenepoel alvast een psychologisch voordeel te hebben. “Je denkt meteen: hij heeft de eerste slag geslagen. Maar dit is Pogacar, zeg nooit nooit. Het kan zomaar net omgekeerd uitdraaien, en dát maakt de koers mooi.”
Volgens De Cauwer ligt het verschil ook in de discipline. “Pogacar is geweldig in tijdritten tijdens rondes, maar een eendagstijdrit is anders. Hij zei het zelf ook al. In de Dauphiné kreeg hij ook al een draai om de oren van Evenepoel, toen was het 48 seconden op twintig minuten. In de Tour zat hij dichterbij, maar nu ligt het weer uit elkaar.”