Waar Johan Bruyneel en George Hincapie hun twijfels uitten over Visma | Lease a Bike, komt uit Italië net een tegenovergesteld geluid. Giro-winnaar Stefan Garzelli toont zich in gesprek met Bici.pro uitermate onder de indruk van de Nederlandse formatie. Volgens hem is Visma een goed geoliede machine, met een balans en diepgang waar UAE Team Emirates niet aan kan tippen.
“Visma is perfect uitgebalanceerd”
Volgens Garzelli is het verschil tussen Visma en UAE niet in rennersmateriaal, maar in organisatie en uitvoering te vinden. “Individueel heeft UAE misschien meer klasse, maar Visma beschikt over een tactisch ijzersterk blok,” klinkt het bewonderend. “Op het vlakke zijn ze geweldig: Wout van Aert, Edoardo Affini, Tiesj Benoot en Victor Campenaerts zouden elders stuk voor stuk kopmannen zijn.”
Maar ook in het hooggebergte ziet Garzelli Visma sterker. “Met Jonas Vingegaard, Matteo Jorgenson, Simon Yates en Sepp Kuss hebben ze een klimmersarsenaal van wereldklasse. Vooral Yates vind ik interessant. Het leek alsof hij zich volledig op de Giro richtte, maar met die wedstrijdhardheid verwacht ik dat hij in de Tour precies op het juiste moment zal pieken.”
Daar ligt volgens Garzelli ook de kracht van Visma: de mentale scherpte. “Yates hoeft niet elke dag te schitteren. In de cruciale bergetappes is hij van goudwaarde. Dat mentale verschil kan de doorslag geven.”
“UAE heeft een droomteam – op papier”
Over UAE is Garzelli minder uitgesproken positief. “Dat is zeker een topteam, maar het lijkt allemaal minder soepel te lopen. Je ziet nog knechten in die ploeg. Bij Visma moet je moeite doen om er één te vinden – daar zijn het allemaal leiders.” Hij wijst op een aantal zwakke schakels. “Soler viel als een van de eersten weg in de Dauphiné. Sivakov oogde niet overtuigend. Dan kun je op papier een droomteam hebben, maar als iemand zijn niveau niet haalt, verandert alles.”
Toch verwacht Garzelli een aanvallende houding van Pogacar. “Hij weet intussen dat hij Vingegaard het meeste pijn doet door aan de voet van een klim te gaan. Dus wacht hij niet. Hij gaat meteen.” Dat maakt de Tour volgens hem alleen maar spannender. “Als iemand twintig minuten lang 480 watt trapt, hoe klop je dat?”
Toch denkt hij dat Vingegaard nog niet alles heeft laten zien. “Die tijdritprestatie in de Dauphiné was veelzeggend. Ik denk dat hij nog iets achter de hand houdt. Het verschil met Pogacar is klein – en dat belooft voor de Tour.”