Alpecin-Deceuninck is één van de meest succesvolle teams van het moment, dat heeft het in grote mate te danken aan de prestaties van Mathieu van der Poel, Jasper Philipsen en Kaden Groves. Maar desondanks loeren de grote problemen om de hoek bij de Belgische ploeg.
Moeilijke zoektocht naar geld
In feite kunnen we stellen dat de problemen al aanwezig zijn, hoewel we pas spreken over 2026. Vanaf dan zal hoofdsponsor Deceuninck immers een stapje opzij zetten. Bij de ploeg zijn ze dan ook dringend op zoek naar één of meerdere nieuwe geldschieter(s). En die zoektocht loopt allesbehalve van een leien dakje, zo moet CEO Philip Roodhooft toegeven.
“Sponsors vinden is nooit makkelijk geweest. Wij hebben het geluk of de verdienste dat we vaak wel het geld vonden voor alles wat we wilden doen maar dat ging nooit vanzelf”, herkent hij de situatie echter wel. “Het is ons nooit overkomen dat iemand op voorhand belde met de vraag of hij mocht sponsoren en ik ging ervan uit dat het ook nu niet zou gebeuren.”
Het is dan ook niet zo dat er in ons land een onuitputtelijke bron aan geldschieters is, wel integendeel. “In België zijn er geen honderd bedrijven die financieel in aanmerking komen om naamsponsor te worden”, klinkt het bij Het Nieuwsblad. Echter wil Roodhooft daarnaast toch ook wel nuanceren als het over het gewenste bedrag gaat.
“Maar ik vind het wel vervelend als er gezegd wordt dat een sponsor minstens vijf miljoen euro moet meebrengen. Dan creëren we een beeld dat de realiteit niet weerspiegelt. Als er morgen iemand met geld afkomt, die gaat ons kunnen helpen.”
Immens verschil met buitenlandse teams
Iemand die het ook maar al te goed beseft hoe moeilijk het is om geld aan boord te krijgen is Jurgen Foré, sedert begin dit jaar de CEO van Soudal Quick-Step. “Voor elke tweehonderd potentiële sponsors die je contacteert, mag je blij zijn dat het tot één getekende deal komt”, klinkt het daar. “En daar kan heel wat tijd overheen gaan.”
Buitenlandse ploegen lijken het soms veel makkelijker te hebben om grote sponsors te lokken. Denk maar aan UAE, Lidl-Trek of Red Bull. Maar dat zorgt dan weer niet voor jaloezie bij Roodhooft. “Ik vind het moeilijk om te zeggen dat anderen te veel geld hebben.”
“Ik ga niemand verwijten dat hij erin geslaagd is om een sponsor als Red Bull naar het wielrennen te halen. Hoe meer geld er in de sport omgaat, hoe beter. En dan is het aan ons om daarop te reageren en moeten wij ervoor zorgen dat we competitief blijven”, besluit hij.