Yorrith Haan
Tim Merlier sprintte zondag in Brussel naar de 999e zege in de geschiedenis van Soudal Quick-Step. Eén overwinning verwijderd van een historische mijlpaal. De ploeg die onder Patrick Lefevere al decennialang mikte op dagsucces, is nu nog één keer juichen verwijderd van een getal waar weinig teams aan mogen ruiken.
Het is niet verrassend dat het Merlier is die nummer 999 pakt. De Europese kampioen is in topvorm, en in een seizoen waarin sprinters minder ruimte krijgen dan vroeger, blijft hij koers na koers zijn moment kiezen én grijpen. De teller loopt dus gewoon door – tot op de rand van iets bijzonders.
En dan begint het grote raden: wie pakt nummer 1000?
De kans is reëel dat het deze week al gebeurt. Remco Evenepoel is actief in de Dauphiné, waar hij zondag al vierde werd in de openingsrit. Met een tijdrit op komst en enkele aankomsten die hem moeten liggen, zou het perfect kunnen dat hij de ploeg over die symbolische drempel helpt. Hij is bovendien het uithangbord van de ploeg – en de meest logische naam voor zo’n moment.
Genoeg kansen
Maar de kans bestaat ook dat het elders gebeurt. Merlier rijdt nog in Antwerpen en in de Baloise Belgium Tour, Mauro Schmid en Mauri Vansevenant loeren mee, en in kleinere koersen of massasprints kan het zomaar van een andere naam komen, zoals bijvoorbeeld van Paul Magnier in Dwars door het Hageland. Wat wel zeker is: die duizendste zege komt eraan. En zelfs als het geen grote klassieker of Tourrit wordt, zal het alsnog voelen als een monument.
De ploeg die bekendstaat om ritsen overwinningen, leeft nu toe naar de rits der ritsen. Eén overwinning nog, en Quick-Step schrijft opnieuw geschiedenis.
