Met een zichtbaar hernieuwd vertrouwen bereidt Jonas Vingegaard zich voor op de Tour de France. De Deense titelverdediger werkte de afgelopen weken een intensieve hoogtestage af in de Sierra Nevada en voelt zich fysiek en mentaal sterker dan ooit. “Ik zit veel lekkerder in mijn vel dan vorig jaar,” zegt hij tegen Eurosport.
Na zijn opgave in Parijs-Nice door een valpartij verdween Vingegaard uit de spotlights. Hij schrapte de Ronde van Catalonië, ging niet naar wedstrijden en trok zich wekenlang terug op hoogte. Daar kon hij doen wat hij het liefste doet: trainen in de bergen. “Ik hou van dit proces. Alles draait om op het hoogste niveau verschijnen in de Tour,” klinkt het nuchter.
Hoogtestage met een doel
Terwijl zijn ploeggenoten schitterden in de Giro, werkte Vingegaard in alle stilte aan zijn terugkeer. Hij trainde op dezelfde plek als Tadej Pogacar en is overtuigd van zijn progressie. “Dit jaar voel ik me compleet anders – hoe mijn lichaam reageert op de training, maar ook mentaal. Alles voelt beter dan vorig jaar.”
Vorig seizoen vertrok hij nog met twijfels richting de Tour, na een slepende val in de Ronde van Baskenland. Hij werd toen weliswaar tweede, maar erkent dat hij niet top was. “Ik had het gevoel dat ik mee kon doen voor de winst, maar dat bleek toch niet het geval. Nu is de situatie helemaal anders.”
Nog beter dan in 2023
De lat ligt hoog, beseft ook Vingegaard. De concurrentie is scherper dan ooit en de top van het klassement lijkt met de dag sterker te worden. “Iedereen maakt stappen. Daarom weet ik dat ik beter moet zijn dan ik twee jaar geleden was om opnieuw te kunnen winnen.”
Zondag start het Criterium du Dauphiné, waar Vingegaard zijn rentree maakt. Daar treft hij meteen Pogacar en Evenepoel, de twee grote uitdagers voor het geel in juli. Het wordt de eerste echte test van het seizoen – een test die duidelijk moet maken hoe ver Vingegaard al staat, en of dat nieuwe, betere gevoel zich ook in koers vertaalt.