Roel Paulissen was jarenlang onze beste Belgische mountainbiker maar momenteel heeft de ex-prof een heel ander leven. In Sankt Walburg, midden de Italiaanse Alpen, runt Paulissen een fietsenzaak en een gastenverblijf, samen met zijn Italiaanse vriendin. Het wielrennen, dat volgt hij nog altijd op de voet.
Onze landgenoot nam deel aan maar liefst vier Olympiades, in 2004 greep hij maar nipt naast een medaille in Athene door vierde te worden. Paulissen stond vaak wat in de schaduw van Filip Meirhaeghe, de Gentenaar die later betrapt werd op dopinggebruik. De liefde bracht hem uiteindelijk na zijn carrière naar Sankt Walburg. “Ondertussen voelt deze plek voor mij als thuis. Ik woon hier al bijna even lang als ik in België heb gewoond. De jongste tien jaar verblijf ik hier voltijds", zo geeft hij aan bij Het Nieuwsblad.
Vanop afstand volgt Paulissen de wieleractualiteit nog steeds en hij koerste zelfs nog samen met Mathieu Van der Poel, zoals op het WK Marathon (discipline in het mountainbiken) van 2017. "Het supersnelle parcours, met vele korte klimmetjes, was helemaal op zijn lijf geschreven. Maar helemaal op het einde kreeg hij krampen. De afstand allicht. Ik had Mathieu al vrij vroeg in de gaten, ook omdat ik als beginnend mountainbiker in 1994 in dezelfde ploeg als zijn vader Adrie heb gereden. Iedereen heeft het altijd over de veelzijdigheid van Mathieu, maar Adrie reed in zijn allereerste World Cup in Houffalize meteen naar de vierde plaats. Straffe familie.”
HIJ IS NOG VEELZIJDIGER
En toch is er nog een renner die volgens Paulissen veelzijdiger is dan MVDP. “Eigenlijk verbaast de veelzijdigheid van Pidcock me nog meer dan die van Van der Poel. Hoe kan je als lichtgewicht een sprint winnen tegen Wout van Aert? Om even te schetsen wat voor fenomenen die twee zijn… Nino Schurter en Julien Absalon, twee van de beste mountainbikers aller tijden, samen goed voor veertien wereldtitels en drie olympische titels, maar zet dat duo in een veldrit en ze worden gedubbeld.”