Wie zal er zondag Mathieu van der Poel iets in de weg kunnen leggen op het WK veldrijden? Waarschijnlijk niemand is het enige juiste antwoord. Want deze Van der Poel zien we ook niet meteen zware fouten maken.
Omdat de Nederlander in een geweldige vorm steekt uiteraard, maar ook omdat Van der Poel mentaal een klik heeft gemaakt wat betreft het opbouwen van een palmares. De focus ligt – veel meer dan een aantal jaar geleden – op het winnen van de wedstrijden en niet zozeer op het entertainen van het publiek. Zo zegt hij zelf in Knack.
“Ik heb zelf beseft dat de tijd dringt. De kansen om een grote koers te winnen zijn vrij gering. En ik heb ook geluisterd naar mijn pa. Vroeger ging ik inderdaad weleens in de aanval op 100 kilometer van de meet. Het is niet dat ik niet wist hoe ik een koers moest winnen.”
“Maar ik vond het gewoon léúk om het eens op een andere manier te proberen. ‘Het is allemaal wel aardig, Matje,’ zei mijn pa dan, ‘maar zo bouw je geen palmares op’”, stelt Van der Poel daar.
Rugproblemen als aanleiding
De grootste aanleiding voor deze ‘klik’ kwam er op de Olympische Spelen. In de mountainbikerit kwam Van der Poel daar zwaar ten val. En die valpartij had ook achteraf nog grote gevolgen.
“Na mijn val op de Olympische Spelen heb ik lang met mijn rug gesukkeld. Die blessure heeft me vaak gehinderd tijdens wedstrijden. Daardoor heb ik meer dan ooit beseft: elk jaar dat voorbijgaat, neemt kansen mee die nooit meer terugkomen.”
Of de tijden van ‘speelvogel’ dan voorbij zijn? “Ik ben nog altijd een speelvogel – en ik hoop dat ik er altijd één zal blijven. Zeker op training. Maar in de koers is het anders: je kunt je geen gekkigheden meer permitteren, omdat het niveau nu zoveel hoger ligt”, sluit Van der Poel af.