Kevin De Jonghe
Remco Evenepoel is vanaf komend seizoen een renner van Red Bull-Bora Hansgrohe. Na jarenlang geflirt is het Ralph Denk & co dan toch gelukt om onze landgenoot weg te plukken bij Soudal Quick-Step. Al heeft dat hen een aardige duit gekost.
LEES OOK: 'Die kl**tzak van Bora': Red Bull-baas slaat terug op Lefevere
Red Bull kijkt op geen euroHet ging ook niet zonder slag of stoot. Zo vertelde Denk – CEO bij Red Bull-Bora Hansgrohe – dat hij al sedert 2020 achter Evenepoel aan zit. Dat meermaals tot grote frustraties van Patrick Lefevere, die de werkwijze van de Duitser bijzonder twijfelachtig vond, om het bij een understatement te houden.
Lefevere plooide dan ook niet, en wist Evenepoel bij zich te houden. Echter ging de West-Vlaming begin 2025 op pensioen, Jurgen Foré nam over. Na diens eerste seizoen koos Evenepoel er uiteindelijk dan toch voor om vroegtijdig te vertrekken. De renner had immers nog een contract tot eind 2026.
En dus moest er door Red Bull-Bora een afkoopsom worden betaald. Dat voor de resterende duur van het contract. Johan Bruyneel meent te weten hoeveel dit bedrag bedroeg: "Ik heb gehoord dat Red Bull zeven miljoen euro aan Soudal Quick-Step heeft betaald, ook al had hij maar een jaar over in zijn contract”, zegt hij immers in de podcast The Move.
Financiële boost voor Quick-Step
Het gaat dan ook om een bijzonder fors bedrag. Ter vergelijking: het jaarbudget van Soudal Quick-Step wordt geschat op ongeveer 25 tot 30 miljoen euro. Met de transfer van Evenepoel zou The Wolfpack op die manier in één klap zowat 23 tot 28 procent van dat jaarbudget extra binnenhalen.
Voor Red Bull–Bora betekent de deal dan weer diep in de buidel tasten. Volgens Bruyneel is dat niet zonder risico. “Ze kunnen het bedrag wel spreiden over drie seizoenen, maar het blijft een flinke gok”, stelt hij. Die investering brengt automatisch extra druk met zich mee. “Dan moet hij een grote eendagskoers winnen, een grote rittenkoers zoals Parijs–Nice op zijn naam schrijven én op het podium van een grote ronde eindigen”, rekent Bruyneel nu al uit.
