Stan Strubbe
Tadej Pogacar, Primož Roglic, Jonas Vingegaard en Isaac Del Toro hebben hun seizoen afgesloten op een wel heel bijzondere manier. Het viertal nam zondag deel aan de eerste editie van de Andorra Cycling Masters, een exclusief criterium met amper vier renners aan de start — maar wél met een stevige beloning.
LEES OOK: Eerste beelden lekken: nieuw INEOS-tenue zorgt voor opschudding
Vier toppers, twee koersen, één jackpotDe organisatie van het nieuwe event had groot uitgepakt. In het hart van Andorra la Vella werkten de vier toppers een klimtijdrit van acht kilometer en een vlak criterium af. Roglic was in de klimronde duidelijk de sterkste: hij reed zo’n twintig seconden sneller dan Pogacar, terwijl Del Toro en Vingegaard meer dan twee minuten moesten toegeven.
In het criterium kregen de toeschouwers vervolgens spektakel voorgeschoteld. Isaac Del Toro haalde het in een millimetersprint van Roglic, terwijl Pogacar door zijn regelmaat de eindwinst opstreek. De Sloveen mocht zich zo de eerste winnaar noemen van de Andorra Cycling Masters.
Een prijzencircus in de bergen
De sportieve eer was echter niet het enige dat telde. Volgens lokale media streken Pogacar, Roglic, Vingegaard en Del Toro elk 150.000 euro op voor hun deelname. Voor de vier Tour-renners betekende dat een bijzonder lucratieve afsluiter van het seizoen.
Voor renners als Pogacar, die bij UAE Team Emirates naar schatting acht miljoen euro per jaar verdient, verandert dat niets aan de levensstijl. Maar voor amper veertig kilometer koers werd het wel een van de best betaalde dagen van hun carrière.
