Terwijl de laatste grote wegwedstrijden van dit seizoen worden afgewerkt, is het voor Wout van Aert intussen al even rusten geblazen. Een welverdiende pauze na alweer een druk en bewogen seizoen. Al kwamen er dit jaar gelukkig geen zware valpartijen aan te pas.
LEES OOK: Wout van Aert plots aan de zijde van... ex-Miss België
Aan stoppen gedachtDat was vorig seizoen wel even anders. Zowel in Dwars door Vlaanderen als de Vuelta ging Van Aert hard tegen de grond, wat ook een zware revalidatieperiode met zich meebracht. Er klonken zelfs geluiden dat de Kempenaar er vorige winter aan dacht om te stoppen. Dat wist vrouwlief Sarah De Bie mee te geven in een interview.
Of werden haar woorden toch ergens uit de context getrokken? Volgens Van Aert was dat niet het geval: “Neen, die uitspraak is niet uit de context getrokken, maar het is nu ook niet zo dat ik op het punt heb gestaan om een andere job te zoeken”, aldus de renner.
“Al zijn er wel verschillende avonden geweest dat ik het inderdaad echt niet meer zag zitten. Die twee valpartijen waren te veel van het goede. Dat was echt geen makkelijke periode. Als je twee of drie keer zo’n jaar hebt, stop je er wel mee, denk ik.”
“Weet je wat ook moeilijk is? Ik heb het al een paar keer meegemaakt en het moment dat je daar ligt, weet je in grote lijnen al wat je te wachten staat. Dat maakt het zwaar”, luidde het antwoord van Van Aert.
Schrik bij de fans
Met z’n allen duimen we dat dit niet nog eens hoeft voor te vallen. Maar stel dat het toch gebeurt: zou Van Aert zijn fiets dan echt aan de wilgen hangen? Dat was onze pollvraag in een eerder artikel, en de wielerfans lieten waren daar toch behoorlijk unaniem.
Uit meer dan 1.200 stemmen blijkt dat maar liefst 72 procent denkt dat Van Aert zou stoppen als hij opnieuw een zware valpartij meemaakt. Dat laat meteen ook zien hoe groot de schrik onder de fans is. De beelden van zijn eerdere valpartijen zitten nog vers in het geheugen, en de gedachte dat hij opnieuw zoiets zou kunnen meemaken, roept duidelijk bezorgdheid en spanning op.