De Belgische beloftenploeg koos in Kigali voor een gewaagde strategie: van start tot finish het tempo bepalen. Met Tim Rex als motor en Jarno Widar als uitgesproken kopman moest het een slijtageslag worden. Het plan werd strak uitgevoerd, maar de benen van Widar lieten hem in de steek nog voor de finale echt begon.
Rex reed de eerste uren het peloton aan flarden, waarna Eeman en Dockx het stokje overnamen op de klimmetjes. Alles volgens afspraak, maar toen Widar niet mee kon met Finn en Huber, viel het plan in duigen. “We hebben ons plan gevolgd en alles gedaan wat we konden,” klonk het eerlijk bij de ploegmaats.
LEES OOK: Winnares WK voor beloften schrijft geschiedenis
Bondscoach blijft bij keuzeBondscoach Serge Pauwels verdedigde de aanpak. “Jarno wint zijn koersen meestal na een harde wedstrijd. Met deze tactiek pakte hij twee zeges in de Ronde van de Toekomst. Het was een onderbouwd plan.” Toch moest ook hij toegeven dat de realiteit anders uitpakte. “Op drie à vier ronden van het einde werd duidelijk dat hij de besten niet kon volgen.”
Alternatieven waren er volgens Pauwels weinig. “Jarno heeft nood aan een duidelijk plan en structuur. Hij wilde een lange slijtageslag, geen koers met snokken en chaos. We hebben daarop ingespeeld. De uitkomst was niet goed, maar ik sta nog steeds achter dat plan.”
Steun voor Widar
Ondertussen zocht Widar excuses bij zijn ploegmaats, maar die wuifden dat resoluut weg. “Hij had een mindere dag, dat kan gebeuren,” zei Schoofs. “Jarno is ook maar een mens,” voegde Eeman eraan toe. Rex besloot nuchter: “Het is jammer dat hij niet de benen had, maar zoiets weet je nooit vooraf.”
Voor Widar zelf was het een bittere teleurstelling, maar binnen de ploeg bleef er vooral begrip en steun. De tactiek mocht dan zijn teruggeslagen, de solidariteit bleef overeind. Het EK van volgende week biedt de jonge Belg alweer een kans om te tonen dat één offday zijn status niet verandert.