Tim Wellens kroonde zich in Carcassonne tot drievoudig ritwinnaar in de drie Grote Rondes. De Belgische kampioen schitterde solo, maar volgens Renaat Schotte en José De Cauwer was het vooral de manier waarop die indruk maakte. “Hij is niet meer de stille knecht. Er zit een ploegleider in hem.”
LEES OOK: Wellens schuift aantijging van valsspelen van zich af
Belgische bloemen vóór de feestdag“Een Belgisch feestje daags voor 21 juli, het kon niet beter”, opent Schotte met een glimlach. “Was dit de solo van zijn leven voor Tim Wellens?”
De Cauwer knikt overtuigd. “Dat kun je wel zeggen. Als je hem direct na zijn Belgische titel had gevraagd welke zege hij verkiest, had hij waarschijnlijk die trui verkozen. Maar nu? Een rit winnen in de Tour in die trui... er bestaat niets mooiers.”
Wellens is met zijn ritzege in Carcassonne toe aan de trilogie: winst in Giro, Vuelta én Tour. En dat op 34-jarige leeftijd. “Hij bouwt onder de vleugels van Pogacar aan een nieuw hoofdstuk in zijn carrière”, stelt Schotte.
“En dat voel je aan alles”, pikt José in. “Het respect vanuit die ploeg, het vertrouwen van Pogacar, zelfs van de ploegleiding. Hij is daar niet gewoon knecht, hij is een verlengstuk van het management. Hij discussieert mee, denkt na. Dat maakt hem zó waardevol.”
Geen timide jongen meer
Voor José is het verschil met de Tim Wellens van vroeger opmerkelijk. “Doe je ogen dicht en denk terug aan de Wellens van vijf, zes jaar geleden. Dan zag je een timide jongen die zich nooit uitsprak. Nu? Hij praat rechtdoor. Vrank, vrij. Fantastisch.”
Renaat haalt nog eens de Belgische topprestaties van de dag aan. Van Aert, Campenaerts, Nys, Stuyven. “We zijn goed bezig”, vindt José. “We hebben ook Verstrynge gezien, Meurisse, allemaal hun rol gespeeld.”
En dan, de blik op wat komt. De mythische Ventoux na de rustdag. “Gaat Pogacar nog iets willen afvinken?”, vraagt Renaat.“Hij zegt van niet, maar juist dat maakt het gevaarlijk”, grijnst José. “Misschien rekenen ze tóch de vlucht in.”
Renaat rondt af met een oproep: “Geef drie redenen waarom we moeten blijven kijken.” José lacht. “Parijs is nog ver. De koers is nog niet voorbij. En Philippe Gilbert had op 7 Belgische zeges getipt… We zitten aan vijf. Wie weet. Van Aert is aan het groeien.”
En Pogacar, met zijn verkoudheid? José schudt zijn hoofd. “Als die val hem al niks deed, dan zal dat snotneusje ook geen probleem zijn. Dat is voer voor de pers. Niet voor Pogacar.”