België vierde maandag de tweede Tourritzege van Tim Merlier, maar de dag werd tegelijk overschaduwd door het dramatische uitvallen van Jasper Philipsen. De groenetruidrager ging zwaar tegen de grond tijdens de tussensprint en brak daarbij zijn sleutelbeen en mogelijk enkele ribben. José De Cauwer ziet echter niet één renner als schuldige, maar legt de oorzaak dieper: het huidige puntensysteem in het wielrennen.
Lees ook: Renner brengt duidelijkheid en slecht nieuws over blessure Philipsen
"Je mag eigenlijk niet zeggen: dat is de Tour"Samen met Renaat Schotte analyseerde De Cauwer het incidentrijke verloop van etappe drie in de uitzending van Sporza. “Tim Merlier doet het fantastisch, dat is pure klasse. Maar daarnaast blijft er vooral veel onrust hangen. Woorden schieten tekort als je ziet wat er met Philipsen is gebeurd”, zegt Schotte. Ook De Cauwer houdt zich niet stil: “Zo'n val verandert alles. De hele ploeg van Alpecin-Deceuninck was rond hem gebouwd.”
De Cauwer nam de valpartij van Philipsen onder de loep en kwam tot een scherpe conclusie. “Je ziet dat renners als Bryan Coquard echt strijden om die tussensprints. Niet per se voor het groen, maar voor UCI-punten. Het huidige systeem beloont dat, maar het leidt tot gevaarlijke situaties.”
Hij is duidelijk over de ernst van die impact: “Het is alsof je zou zeggen: bij die sprint is tien miljoen euro te verdienen. Iedereen duikt erin, en dan gaat het fout.” Volgens De Cauwer veroorzaakt het systeem een mentaliteit waarin het nemen van onverantwoorde risico’s bijna logisch wordt. “En dan zeggen mensen: het is nu eenmaal de Tour. Maar dat mag je eigenlijk niet zeggen. Het is geen vrijgeleide om alles maar te laten passeren.”
“Het draait niet meer alleen om beeld rijden”
Ook Sep Vanmarcke, tegenwoordig analist bij Café Koers, sluit zich aan bij de analyse van De Cauwer. “Voor die tussensprints zijn er twintig punten te verdienen. Dat is bijna evenveel als een vierde plek in een massasprint. Dan begrijp je dat de strijd daar losbarst.” Hij wijst ook naar het peloton zelf: “Er was geen vroege vlucht, dus alles moest onderweg gebeuren. De kruimels die overblijven worden dan extreem duur.”
De voormalige klassiekerspecialist gaat nog een stap verder en wijst op de veranderde economische realiteit van het wielrennen. “Vroeger reed je voor het zicht van de sponsor. Nu moeten ploegen vechten om WorldTour-punten. Bastien Tronchon van Decathlon pakte er een pak met zijn twaalfde plaats. Dat is voor zijn ploeg van levensbelang.”
Vanmarcke ziet dan ook een duidelijke verschuiving in het peloton: “De belangen zijn veranderd. Elk punt telt, en dat creëert een constante nervositeit. Die spanning leidt tot valpartijen.”