Johan Bruyneel laat zich niet onbetuigd in de felle discussie rond de recente reglementswijzigingen van de UCI. In zijn podcast THEMOVE kraakt de voormalige ploegleider van US Postal Service de introductie van zowel de stuurbreedtelimiet als de geplande tests met kleinere versnellingen. Daarbij wijst hij naar een "Frans driehoekje" dat volgens hem de koers naar hun hand wil zetten.
"SRAM is de pineut: industrie niet eens betrokken"
Vanaf augustus start de UCI met tests rond de beperking van verzetten. Volgens Bruyneel is het onbegrijpelijk dat dit gebeurt zonder de fietsindustrie te betrekken. “Ze willen een maximumlengte van de versnelling instellen, maar hebben geen idee van de praktische implicaties,” begint hij. “SRAM bijvoorbeeld werkt met een 10-tands tandwiel. Als je plots moet overschakelen naar een minimum van 11, heb je een fundamenteel probleem. SRAM maakt die cassettes niet zomaar.”
Bruyneel stelt dat er in theorie nog wel gecompenseerd kan worden door kleinere voorbladen te gebruiken, maar dat dat niet altijd werkbaar is. “Je mag dan wel 49x10 rijden, maar ook die combinatie bestaat niet standaard. En als je zegt: dan blokkeer je de 10 en rijdt op 11, dan gebruik je ineens 11 in plaats van 12 versnellingen. Wat voor profpeloton is dit nog?”
Stuurbreedte-regel krijgt forse kritiek
Ook over de nieuwe stuurregel, die vanaf 2025 een minimum van 40 centimeter voorschrijft, is Bruyneel vlijmscherp. “Dat kan echt niet voor iedereen. Je gaat niet een kleine renner zoals Jarno Widar verplichten met een veel te breed stuur te rijden. Die hangt dan als een kind op een motorfiets. Dat is belachelijk.”
Hij erkent dat veiligheid belangrijk is – bredere sturen zouden in theorie stabieler zijn – maar noemt het kortzichtig. “Renners zijn jaren gewend aan smalle sturen. Plots switchen? Dat heeft gevolgen voor hun reflexen, zeker in het peloton. Als je breder rijdt, zie je misschien wel ruimte, maar je past er zelf niet meer tussen.”
Vooral in het vrouwenpeloton, waar gemiddeld kleinere lichaamsbouw voorkomt, dreigt de maatregel extra problematisch te worden. “Het is one-size-fits-all, terwijl elk lichaam anders is.”
Samenzwering met Franse vingerafdruk?
Wat Bruyneel het meeste lijkt te storen, is de machtsstructuur achter deze reglementswijzigingen. Hij ziet een rode draad die terugvoert naar Frankrijk: “Lappartient (UCI), Prudhomme (Tour de France) en Madiot (Groupama-FDJ) trekken aan dezelfde touwtjes. Het zijn altijd Franse figuren die dit doordrukken. Prudhomme wil het peloton trager maken, zogezegd veiliger, en Madiot is zijn spreekbuis.”
Volgens Bruyneel is er te weinig ruimte voor andere visies binnen de wielerwereld. “De UCI zou neutraal moeten zijn, maar wordt hier gewoon het verlengstuk van de Tour-directie. Een Franse tandem – of beter gezegd: driehoek – die denkt te weten wat goed is voor het peloton.”
Of deze ‘driehoek’ hun zin krijgt in de komende jaren, valt nog te bezien. Maar één ding is duidelijk: Johan Bruyneel heeft zijn kamp al gekozen.