WN Redactie
Jonas Abrahamsen heeft het Circuit Franco-Belge op zijn naam geschreven na een nerveuze koers vol aanvalspogingen. De Noor van Uno-X hield in de slotmeters een aanstormende Corbin Strong af en mocht voor het eerst sinds zijn ritwinst in de Tour weer zegevieren.
LEES OOK: Beresterke Meeus toont zijn spierballen in Binche-Chimay-Binche
Klimmerscircuit op Vlaamse bodemDe renners kregen een lastige koers van 206 kilometer voorgeschoteld, tussen Doornik en Kluisberg. De dubbele beklimming van de Côte du Trieu en de Côte de l’Horlitin – telkens vijf keer – zorgde voor een taai profiel. Ideaal terrein voor punchers en aanvalslustige klassiekerspecialisten.
Een vroege vlucht met Tom Portsmouth, Mats Omloop, Gianni Marchand, Jonathan Vervenne en Ludovic Robeet kreeg de zegen van het peloton en pakte tot drie minuten. Maar het was wachten tot de laatste honderd kilometer voordat het echte geweld losbarstte. Alexys Brunel brak de ban met een indrukwekkende solo-oversteek, waarna ook Van den Broek, Van Tricht, Zoccarato en Christen de sprong waagden.
Abrahamsen pakt zijn kans
De kopgroep werd ingerekend met nog 45 kilometer op de teller. Even later kwam een nieuwe elitegroep op gang, met onder anderen Jonas Abrahamsen, Xandro Meurisse en Sam Maisonobe. Terwijl mannen als Dylan Teuns en Rick Pluimers in de achtergrond probeerden te organiseren, lieten Abrahamsen en Meurisse het tempo niet zakken. Fabio Christen wist nog aan te sluiten, maar moest in de slotkilometers opnieuw terrein prijsgeven.
De jacht van de achtervolgers leek even succesvol: onder de rode vod kwam alles weer samen. Maar Abrahamsen had zijn lead-out klaarstaan in ploegmaat Markus Hoelgaard, die het tempo nog één keer optrok.
Sprint van moed
Op enkele honderden meters van de meet zette Abrahamsen zijn sprint van ver in. Corbin Strong kwam met rasse schreden dichterbij, maar de Noor hield knap stand. Een gewaagde, maar succesvolle move van een man in vorm.
Met deze zege bevestigt Jonas Abrahamsen zijn échte doorbraakjaar. Voor Strong blijft het bij ereplaatsen, maar zijn opmars richting het najaar lijkt niet te stoppen.
