Na de eerste rustdag gaat het Giro-peloton weer verder. ‘La Corsa Rosa’ zet koers richting het noorden, wat brengt deze nog onuitgegeven aankomst?
Zoals reeds eerder aangehaald vormde de aankomstplaats van de negende rit, Napoli, het meest zuidelijke punt van deze Giro d’Italia. Om naar de oostkust te komen en daar wat traditionele vlakke ritten af te werken moeten we door de regio Campania, waardoor we onherroepelijk wat bergen tegen komen.
De start
De naam van de startplaats behelst geen enkel mysterie: de naam Pompei is onlosmakelijk verbonden aan de Italiaanse geschiedenis. In het jaar 79 na Christus werd deze stad volledig bedekt door as, na een uitbarsting van de Vesuvius.
Het is een van de best bewaarde steden uit de Romeinse tijd, al had het enige tijd nodig om hier kennis van te nemen. Dat gebeurde aan het einde van de zestiende eeuw, waarna sinds de achttiende eeuw doorgaand opgravingen plaats hebben gevonden. Pompei staat sinds 1997 op de werelderfgoedlijst van UNESCO.
Het archeologische park van Pompei is de grootste trekpleister van de regio en zorgt ervoor dat jaarlijks zo’n tweeënhalf miljoen mensen afreizen naar dit stukje geschiedenis.
De aankomst
De aankomstplaats Cusano Mutri werd nog nooit eerder aangedaan in de Giro d’Italia. Dat is toch wel verwonderlijk, als je kijkt naar hoe mooi het plaatsje zelf is. Het komt niet vaak voor dat zo’n aangename locatie in de buurt van de bergen nog niet gebruikt is in de Giro, maar een reden zal er vast zijn.
Gelegen in de regio Campania en de provincie Benevento, is Cusano Mutri een dorpje dat aan de voet van de beklimming ligt die de naam Bocca della Selva mag dragen. We spreken in dit geval dus feitelijk niet eens van de aankomstlocatie, maar de Giro-organisatie heeft het op deze manier opgelost.
Wellicht om Cusano Mutri, dat toch dienst doet als een van de parels van het regionale park Matese, in het zonnetje te zetten. Fraaie bezienswaardigheden zijn onder meer de Porta di Mezzo, die een symbolische opening naar het dorpscentrum vormt en het Castello Cusano Mutri dat niet meer bestaat, maar waarvan de overblijfselen nog altijd een onderdeel van de dorpskern vormen.
De route
Vanuit Pompei trekken we snel richting het noorden en dat doen we in de eerste 45 kilometer over hoofdzakelijk vlakke wegen, voor de renners in San Felice a Cancello redelijk bergop gaan koersen en zeven kilometer later de eerste tussensprint (voor het puntenklassement) ligt in Arpaia.
Vanaf daar gaat het een tijdje op en af, met een klim richting Bivio Taburno die niet meetelt voor het bergklassement en een beklimming richting Camposauro die dat wel doet – en van tweede categorie is. Met zes kilometer aan bijna acht procent gemiddeld is dat ook geen verrassing.
Eens we daar, na een bochtige afdaling, beneden zijn volgt opnieuw een akelig stuk bergop richting Guardia Sanframondi – waar de Intergiro-spurt ligt. Daarna glooit het landschap en komen we aan in Cusano Mutri, voor een tussensprint om bonificatieseconden. Even later beginnen we aan de slotklim de Bocca della Selva.
Een lange beklimming, want bijna 21 kilometer, die vooral heel onregelmatig is. We gaan dan op cijfers van de organisatie af, want in feite lopen de eerste drie kilometers op en af. Daarna gaat het zes kilometer lang bergop aan zes procent met een piek tot veertien, waarna weer zes makkelijkere kilometers volgen en zelfs een stuk bergaf.
De apotheose vindt dan plaats op ongeveer zeven kilometer aan gemiddeld net iets meer dan zeven procent, met percentages die vergelijkbaar zijn aan de beklimming richting Prati di Tivo in de achtste etappe. Het is de vraag in hoeverre de favorieten hier elkaar pijn kunnen doen.
De favoriet
Diezelfde vraag zorgt er meteen ook voor dat we niet kunnen gaan voor de meest voor de hand liggende naam. De kans is groot, al dachten we dat in een ongeveer even lange etappe met eenzelfde profiel richting Prati di Tivo ook al, dat de rozetruidrager zijn ploeg hier niet op wil roken.
Dat zorgt er direct voor dat we op zoek moeten naar renners die genoeg achterstand hebben om vanuit de vlucht gevaarlijk te kunnen zijn. Daardoor komen we uit bij een naam die in de achtste rit ook al een goede indruk gaf, maar door de gretigheid van Tadej Pogacar nooit echt zijn ding kon doen: Nairo Quintana. Wellicht wat opportunistisch, maar wij durven te verliezen.
De outsiders
Zo moeilijk als de zoektocht naar een echte favoriet is, zo makkelijk is het om een lijst outsiders te maken. Dat is namelijk gewoon een opsomming geven van renners met een stel klimbenen onder het lichaam waar Fabio Jakobsen jaloers op is. De vraag is alleen: wie laat UAE Team Emirates wél rijden en wie niet?
Dus wordt het alsnog gokken… Romain Bardet heeft bijna acht minuten achterstand op Pogacar, maar dat zijn er slechts vijf op de nummer twee in het klassement. Juan Pedro López staat alweer iets verder en zou samen met namen als Esteban Chaves, Georg Steinhauser en Valentin Paret-Peintre vanuit de vlucht weleens een gooi kunnen doen naar de ritzege.
Datzelfde mag verwacht worden van Damiano Caruso, Nick Schultz, Chris Hamilton en Jefferson Cepeda. Bij de klassementsmannen is er eigenlijk maar één naam mogelijk: de beste klimmer en de snelste man aan de meet is Pogacar. Echter gaat het weleens mis als je zo zeker bent van jezelf.
De sterren
Dat zorgt voor de volgende sterrenverdeling:
****
Nairo Quintana
***
Romain Bardet & Tadej Pogacar
**
Juan Pedro López, Daniel Felipe Martínez & Valentin Paret-Peintre
*
Esteban Chaves, Georg Steinhauser, Michael Storer & Antonio Tiberi
De televisie
De volledige Giro d’Italia is van de eerste tot de laatste kilometer live te volgen via Eurosport en Discovery+. Vanaf 13:05 uur gaat men daar live met in de finale het commentaarduo Jeroen Vanbelleghem en Karsten Kroon.
Daarnaast kan men op VTM inschakelen voor de Giro, waar Michel Wuyts en Jan Bakelants het commentaar zullen verzorgen.
Viva il Giro, geniet van de koers!