Mathieu van der Poel is al even weer aan het trainen. Dat doet hij niet meer in België, maar wel in zijn uitvalsbasis in Spanje. En dat blijkt de Nederlander meer dan deugd te doen.
“Absoluut. Trainen in Spanje is veel leuker dan trainen in België. Ik ben bijna de hele dag weg. Ik maak lange uren. Ik stop onderweg om te lunchen en een koffie te drinken. Ik kom pas om vier uur weer binnen gebold, op het gemak. Ik heb geen haast”, klinkt het overtuigend in HLN.
Van der Poel zag zijn trainingsarbeid in Spanje meteen ook zijn vruchten afwerpen. “Ik mag graag denken dat dit een van de redenen was waarom ik zo’n goed seizoen had. Ik train in Spanje veel meer dan in België. Beter ook. Ik denk niet, als ik in België was gebleven, dat ik één derde had getraind van wat ik hier al heb gedaan.”
VAN DER POEL NOG STERKER?
En het vertrouwen is bijzonder groot. Want door zijn grote trainingsarbeid in het zuiden kijkt hij nu al met een erg positief gevoel naar het wegseizoen van 2024. “Ik zeg niet dat ik volgend jaar weer veel beter ga zijn, maar de basis is nu al breder dan vorig jaar.” Toch een flinke waarschuwing voor Van Aert & co.
Want een nóg betere Van der Poel, dat belooft. Maar dat wil hij evenwel niet letterlijk gezegd hebben. “Ik zeg niet dat ik beter kan doen, maar ik kan zeker het niveau van 2023 opnieuw halen. De vorm die ik had op het WK was beter dan die van het klassieke voorjaar. We denken nu na hoe ik met die vorm de klassiekers kan rijden.”