Het nieuwe veldritseizoen laat nog wel even op zich wachten, maar intussen is er wel groots nieuws omtrent de sport die voornamelijk in de Lage Landen een grote populairteit kent. Zo is er immers sprake dat het veldrijden een Olympische discipline zou kunnen worden in 2030. Sven Nys spreekt van een bepalende evolutie.
Groter dan ooit
Het is La Planche des Belle Filles – vaak ook aankomstplaats in de Tour de France – die de kat de bel aanbindt. Zij stellen zich immers kandidaat om de cross een olympische wedstrijd te geven in 2030. Er wordt al lang gelobbyd om van de sport een olympische discpline te maken, voor het eerst sinds lang zijn daar ook concrete plannen toe.
Voor alle duidelijkheid: zekerheid bestaat er absoluut nog niet, maar het nieuws zorgt nu al voor grote positiviteit bij Sven Nys. Hij weet als geen ander wat het zou kunnen betekenen. “Het zou het veldrijden een geweldige boost kunnen geven, want nationale federaties investeren in de eerste plaats in olympische disciplines.”
Het veldrijden zou op die manier een flinke groei kunnen kennen, maakt Nys duidelijk met een voorbeeld bij Het Nieuwsblad. “Dat zag je bijvoorbeeld heel duidelijk in Zwitserland. Een land met een grote traditie in het veldrijden, tot mountainbike in 1996 olympisch werd en de Zwitserse federatie haar middelen daarop inzette.”
“Ineens was het gedaan met het Zwitserse veldrijden. Als veldrijden olympisch wordt, stromen veel financiële middelen terug naar de sport. Dan gaan landen als Zwitserland en pakweg Tsjechië wel opnieuw actief veldrittalent scouten en met de jeugd werken.”
Punten scoren bij het IOC
Dat het IOC nu plots toch opnieuw oren lijkt te hebben om van het veldrijden een olympische discpline te maken kent volgens Nys ook een duidelijke reden. “In de jaren negentig stonden we nergens in de vrouwensport, maar dat is helemaal veranderd. Veldrijden was één van de eerste sporten om prijsgelden gelijk te stellen voor mannen en vrouwen. Daar scoor je punten mee bij het IOC.”
En dus leeft de droom opnieuw volop, ook al wordt het nog steeds afwachten of er een concrete uitvoering komt van deze plannen. “We hebben lang gedacht dat de Spelen een kaars waren die compleet uitgedoofd was. Nu lijkt ze toch opnieuw stevig te branden.”