Tim Merlier finishte afgelopen dinsdag als derde in de openingsetappe van de AlUla Tour. De voormalige Belgische kampioen is momenteel de enige topsprinter bij Soudal Quick-Step, maar voelde er zich niet altijd geliefd.
Nadat Fabio Jakobsen z'n contract bij de Wolfpack niet zag verlengd worden, bleef Merlier als enige topsprinter over. Jonge renners als Paul Magnier en Luke Lamperti kunnen die rol in de toekomst misschien overnemen in het team van Patrick Lefevere.
En toch zit Merlier verveeld met het feit dat hij wat meer erkenning zou willen voor z'n goede seizoen vorig jaar. De sprintbom won elf etappes, maar kreeg het gevoel toch wat vergeten te zijn. Dat vertelt hij in een openhartig interview met Het Nieuwsblad.
'Ik tel niet mee'
"Ik vond wel dat ik als nieuwkomer bij Soudal Quick-Step een heel goed seizoen reed. Hoewel ik alleen al in de World Tour vijf keer won, leek dat voor de buitenwereld misschien normaal", aldus Merlier.
"Na afloop had ik het idee van: ‘ik tel precies niet mee’. Dat leert me vooral dat ik niet rap tevreden mag zijn. Ik verkoop misschien mezelf niet goed genoeg. Ik zal dus dit jaar moeten proberen een dikke zege te pakken.”
Parijs-Roubaix
De Tour de France is alvast uitgesloten voor Merlier, die zijn pijlen nu richt op het klassieke voorjaar. “Ik droom onder andere van Gent-Wevelgem en van Roubaix, maar wie niet? Of een derde keer Belgisch kampioen te worden. Al wordt dat almaar moeilijker."
"Bij de eerste in Gent zullen er veel gedacht hebben: in ons land zijn er geen sprinters mee, maar om de tweede titel in Middelkerke te pakken, moest ik voorbij Jordi Meeus en Jasper Philipsen. Daar kan ik later fier over zijn. Ik wil ook nog een paar ritten winnen in een grote ronde.”