Terwijl het crossseizoen zich nu volledig op gang heeft getrokken zijn de ogen intussen ook half gericht op het wegseizoen van 2026. Zo kwam de Tour de France vorige week met de aankondiging van haar parcours, en dat belooft niet veel goeds voor mannen als Wout van Aert en Mathieu van der Poel.
LEES OOK: 'Getergd Alpecin loopt alweer pijnlijk blauwtje'
Klassieke types in de kouZo betreft het in 2026 immers een loodzware editie met flink wat echte bergritten. Etappes waar de twee grootheden uit de Benelux dus weinig of niets te zoeken hebben, althans toch niet voor eigen succes. Daarnaast is er deze keer ook opnieuw meer plaats voor sprintetappes.
Iets wat Van Aert toch stilaan heeft afgezworen – zeker als Matthew Brennan van de partij moest zijn. Daarin zou de Kempenaar dan wel een rol als lead-out kunnen vervullen, net als Van der Poel dat doet voor Jasper Philipsen. Maar is dat wel voldoende om beide heren richting Frankrijk te lokken?
Als we het parcours bekijken zien we met enige goede wil immers maar 4 à 5 ritten waar Van der Poel en Van Aert voor de dagzege zouden kunnen strijden. De vraag rijst dan ook nu al: zien we hen straks aan de start van de Tour de France?

Van der Poel stuurt zijn kat
Bij de podcast van Lanterne Rouge is er alvast vrees dat het antwoord hierop negatief zal blijken, zeker wat betreft de Nederlander. “Ik houd er rekening mee dat Van der Poel niet aan de start zal komen”, vertelt Patrick Broe daar. “Er zitten niet genoeg ritten in voor hem, en omdat de Tour start met een ploegentijdrit is ook het geel al verdwenen.”
Benji Naesen volgt zijn collega in deze redenering, maar tracht het toch iets positiever te bekijken, want: “Zonder Van der Poel is de lead-out van Philipsen een pak minder. Alleen al daarvoor is Van der Poel van bijzonder grote waarde voor Alpecin-Deceuninck.”
Kevin De Jonghe