Tadej Pogacar stond zondagmiddag opnieuw op het podium van de Tour de France – maar niet op het hoogste schavot. De Sloveen moest in een beklijvende sprint heuvelop zijn meerdere erkennen in Mathieu van der Poel. In plaats van de gele trui kreeg hij na afloop de bolletjestrui om de schouders, als eerste leider in het bergklassement. Een troostprijs? Misschien. Maar Pogacar zelf zag het niet zo zwart-wit.
Lees ook: Bijzondere actie Pogacar verbaast iedereen: 'Zelfs Evenepoel'
Een sprint, een les en een troostprijs“De rit was erg hard en lang”, blikte hij terug. “Het regende, het was stressvol en iedereen zat vol spanning in die finale.” Toch voelde hij zich naar eigen zeggen goed, net als zijn ploeg UAE Emirates-XRG. “We hebben het goed gedaan. Met mijn tweede plaats kunnen we blij zijn.” Maar als hij over de sprint spreekt, valt de zelfkritiek meteen op: “Ik verknoeide het een beetje. Ik was een beetje bang en wachtte te lang. Hij (Van der Poel) was sneller.”
Het is zeldzaam dat Pogacar zo open toegeeft dat hij fouten maakte, maar zondag was hij opvallend eerlijk over zijn beslissingen in de slotkilometer. “In zo'n finale moet je durven gaan, en ik twijfelde te lang.”
Tim Wellens
Hij kreeg onderweg hulp van meesterknecht Tim Wellens, die hem keurig vooraan afleverde. “Mijn taak was om Tadej veilig op de klimmetjes te krijgen en dat is gelukt”, aldus de Belg.
Dat het niet tot winst kwam, werd binnen het team nuchter ontvangen. “We winnen graag, natuurlijk, maar Mathieu was hier gewoon de grote favoriet. Dan is het geen schande om tweede te worden.” Ook ploegmaats staken de hand in eigen boezem: “Op zo’n dag kan je de Tour niet winnen. Hoogstens pak je wat seconden. Het grote verschil wordt in de Alpen gemaakt, niet in Boulogne.”
De bolletjestrui, vooralsnog een bijrol in Pogacars ambities, werd op dag twee al binnengehaald. En het was duidelijk: dit is nog maar het begin. Pogacar straalde rust uit en liet tussen de regels doorschemeren dat hij zijn echte troeven nog lang niet uitgespeeld heeft. Voor nu nam hij vrede met plek twee, maar reken maar dat hij deze sprint in zijn hoofd heeft opgeslagen voor de volgende keer.