Zondag staat Parijs-Roubaux op het programma. Mathieu van der Poel stond al een keer op het podium, in 2021 werd de Nederlander derde.. Waarom staat hij zondag op het hoogste schavotje?
De Hel van het Noorden is bij uitstek de koers waar veel over geschreven wordt, maar waar achteraf niks van waar blijkt te zijn. Waarom doen we dit eigenlijk dan ook allemaal?
Omdat er niks leuker is aan de koers dan de voorpret, het warm maken voor een bepaalde wedstrijd en dan gedurende de koers urenlang helemaal opgaan in de sfeer, veranderende wedstrijdsituaties en het genieten – of soms balen, dat heeft iedereen toch? – van de uiteindelijke winnaar. Maar waarom gaat Van der Poel nou zondag winnen?
1. MAN IN VORM
Oké, afgelopen zondag was niet MVDP, maar Tadej Pogacar de MVP van de koers. In de Ronde van Vlaanderen spreidde de Sloveen nog maar eens zijn kunsten op een Colnago tentoon. Samen met de zege van Van der Poel in Milaan-Sanremo toch de twee schoonste stukjes koers dit voorjaar.
Haal Pogacar weg en Van der Poel is dan ook degene die de beste hoogvorm toonde de laatste weken. Rustig aan doen in Tirreno-Adriatico, knallen in Sanremo, hetzelfde recept voor de E3 Saxo Bank Classic – lekker testen onderweg – en alles eruit in de Ronde. Dat het niet genoeg bleek voor winst, wil niet zeggen dat de hoogvorm er niet is.
2. ALPECIN HEEFT WEER WAT TE BEWIJZEN
Wat sliepen ze collectief aan het begin van de Ronde, die mannen van de gebroeders Roodhooft. Ineens was het achtervolgen geblazen in het waaierwerk, zelfs meesterknechten als Silvan Dillier en Søren Kragh Andersen moesten zich leeg rijden, om zichzelf daarna eerder dan gewenst tegen te komen.
Genoeg voer om het zondag beter te doen. Bovendien deed VDP in de Scheldeprijs weer een vriendendienst voor spurter Jasper Philipsen. Die zal zich deze zondag binnenstebuiten rijden voor eventuele zegebloemen van ‘Matje’.
3. ALLEEN BIJ JUMBO MEERDERE KOPMANNEN
In Parijs-Roubaix geldt vaak de wet van de sterkste, maar niet eens zozeer individueel. Meer dan eens is gebleken dat collectieve sterkte belangrijker blijkt. Denk maar eens aan de overwinning van Niki Terpstra in 2014, of Philippe Gilbert in 2019. Vorig jaar kon Dylan van Baarle zich wat kalm houden toen bleek dat teamgenoot Ben Turner ook vooraan zat.
Dit jaar gaan we wat dat betreft wellicht een andere koers zien. Filippo Ganna, Mads Pedersen, Nils Politt, Kasper Asgreen, noem ze maar op: allen hebben ze co-leiders die bij een versnelling van VDP of Wout van Aert lossen. Enkel de eeuwige rivaal van Van der Poel kan met Van Baarle – is die wel fit genoeg? – en Laporte (tot op zekere hoogte, die heeft in een Monument nog nooit een diepe finale gereden) op meerdere zwaargewichten rekenen.
4. DE KASSEI MIST NOG IN DE GOEDGEVULDE PRIJZENKAST
Wereldtitels op de weg (nog niet bij de profs), in het veld, mountainbikewedstrijden, ritten en leiderstruien in de Giro d’Italia en de Tour de France, twee Rondes van Vlaanderen én sinds kort Milaan-Sanremo: Mathieu heeft alles al gewonnen.
Buiten deze. Buiten die legendarische kasseientrofee. In 2021 had hij altijd moeten winnen natuurlijk, maar de Nederlander heeft in het verleden vaker dagen gekend waarop hij bijna zekere zeges uit zijn handen liet glippen – denk maar aan het WK in Yorkshire. Deze wedstrijd winnen zou – veel meer nog dan Luik-Bastenaken-Luik of de Ronde van Lombardije – Van der Poels erelijst echt compleet maken.
5. IN TOPVORM IS VDP DE BESTE OP VLAKKE KASSEIEN
We haalden het enkele weken geleden al aan, na Milaan-Sanremo: als VDP een piekdag heeft, is hij vrijwel onverslaanbaar. Vorige week zagen we dat een of ander Sloveens monstertalent daar nog weleens anders over denkt.
In 2021 zagen we – weliswaar was dat een natte editie waarin Van der Poel veel krachten bespaart door zijn technische capaciteiten – dat als de drievoudig Monument-winnaar zijn dag heeft in de Hel van het Noorden, hij ook op vlakke kasseien de beste is. Zeker op de technische stroken van Mons-en-Pévèle, Camphin-en-Pévèle en Carrefour de l’Arbre waar het een aantal keer flink optrekken na stilstaan voor een haakse bocht is, kan de vijfvoudig wereldkampioen cyclocross zijn capaciteiten volledig uitbuiten.