Met amper één tijdrit, ééntje van maar 22 kilometer dan nog, lijkt de verleiding absoluut niet groot te zijn om voor Frankrijk te kiezen. Zeker als je weet dat er in de Giro drie tijdritten op het programma staan, goed voor meer dan 70 kilometer in totaal. Zowat iedere analist is het er dan ook over eens dat Evenepoel beter voor Italië kiest, in de hoop om een tweede grote ronde op zijn palmares te zetten.
Maar is dat wel zo? Naar analogie met de steeds wederkerende gevleugelde woorden van José De Cauwer: ‘De Tour is de Tour’, zou er toch kunnen worden geopperd dat het tijd is voor Evenepoel om een gooi te doen naar het hoogste goed: de gele trui in de Tour. En daar zijn best wel enkele redenen voor te vinden. Verwijzend naar het schrale aantal kilometers aan tijdrit zijn er dat geen 22, maar die beeldspraak had u ook wel begrepen.
Moeten de tijdritkilometers doorslaggevend zijn?
Als we zien hoe Evenepoel tekeer ging in de Vuelta luidt het antwoord hierop klaar en duidelijk nee. “Hij heeft ook bewezen dat hij op de steile stukken zijn concurrenten kan lossen. Het hoeft niet altijd een tijdrit te zijn”, is ook zijn manager Patrick Lefevere van oordeel. “Als ik hem was, dan zou ik me niet te hard vastpinnen op een wedstrijd waar alleen maar tijdritten inzitten”, klinkt het zelfs bij Merijn Zeeman van Jumbo-Visma.
Het maakt alleen maar duidelijk dat ze ook bij de concurrentie inzien dat Evenepoel in de Tour van 2023 brokken zou kunnen maken. Los van het aantal tijdritkilometers ziet het parcours er voor Evenepoel ook gewoonweg zeer aantrekkelijk uit. Uiteraard zou hij meer dan een stapje voor hebben met een berg aan kilometers tegen de klok, maar het is niet zo dat hij al zijn eieren in dat mandje hoeft te leggen.
Verplichting als wereldkampioen?
Komt daarbij het feit dat Evenepoel volgend seizoen uiteraard zal pronken in de regenboogtrui. En zeg nu eerlijk: die trui kan toch gewoonweg niet ontbreken in de Ronde van Frankrijk? Pogacar gaf het hem onderhands al eens mee tijdens de voorstelling. “Het is zijn beslissing. Hij is wereldkampioen en een van de beste renners. Maar als ik wereldkampioen was, zou ik naar de Tour gaan.” In principe een mooie verwoording om te zeggen ‘Hij moet daar aanwezig zijn.’ Wij kunnen de Sloveen alvast geen ongelijk geven.
Op de manier waarop Evenepoel dit jaar iedereen naar huis reed en daarnaast ook mentaal duidelijk de nodige stappen heeft gezet lijkt hij bovendien ook helemaal klaar te zijn om het duel aan te gaan met de beste ronderenners van het moment. Dan spreken we uiteraard over Pogacar, maar ook over Vingegaard en Roglic die – vergeet het klassieke verstoppertje spelen van Jumbo-Visma - opnieuw met een ijzersterk blok aan de start zullen verschijnen. Laatstgenoemde zag overigens al verschillende keren Remco’s achterzijde in de afgelopen Vuelta.
Gezien de kwaliteiten van Evenepoel moet hij ook in de Tour in staat zijn om de Nederlandse formatie zenuwachtig te maken. Doet hij eigenlijk nu al, getuige bovenstaande woorden van Zeeman. Of hij daar ook tegenover Pogacar zal in slagen is op voorhand gesproken een ander paar mouwen, maar… To be the best, you have to beat the best. En wij willen als kijker gewoon lekker smullen van een titanenduel op het hoogste schavot.