Toon Aerts is nu helemaal terug na enkele moeilijke jaren. Uiteraard was hij vorig jaar al terug in de cross, maar met zijn Europese titel heeft de Kempenaar de periode van zijn (onterechte) dopingschorsing nu helemaal kunnen afsluiten.
LEES OOK: 'Vrouwen hebben het graag': Deze veldrijder ligt goed in de markt
(Niet) bewezen onschuldEen schorsing waar Aerts flink tegen heeft gevochten. De renner heeft altijd zijn onschuld willen bewijzen. Het feit dat hij zo daadkrachtig bleef, toont ook aan hoezeer hij daarvan overtuigd was. Want wie schuldig zou zijn, zou zoveel moeite niet doen, wordt hem bij Humo voor de voeten geworpen.
“Wie mij kent, zal dat niet eens denken. Die weten volgens welke waarden ik leef”, weerlegt Aerts daar. “Die zitten ook in mijn manier van koersen: ik zal nooit iemand kloten door vuile trucs uit te halen. Als ik het echt had gedaan, zou het dom zijn geweest om er nog eens zoveel geld tegenaan te gooien. Mocht ik je mijn financiën voor en na laten zien, je zou schrikken.”
Bovendien werd eigenlijk ook door de UCI bevestigd dat Aerts in principe onschuldig was, althans in de manier van het zelf te wíllen doen: “Zij hebben in haar rapport geschreven dat het om niet-intentioneel gebruik ging. Met andere woorden: ik heb nooit de bedoeling gehad om die stof binnen te krijgen.”
“Ze wéten dus dat ik niets heb misdaan. Daarom ook hebben ze me een gunst verleend: mijn straf is van vier jaar schorsing naar twee jaar teruggebracht. Is dat allemaal wel correct? Je kunt je daar vragen bij stellen.”

Overbodige euro's
Wat Aerts niet deed, was zijn straf aanvechten bij het Arbitragehof voor de Sport in Lausanne. Financieel een (te) zware dobber, maar niet enkel dat, zo verklaart Aerts: “Los van het financiële aspect zou een beroep niet veel hebben uitgehaald. Ik heb me altijd aan strakke deadlines moeten houden, terwijl de tegenpartij me soms maandenlang liet wachten.”
“De definitieve uitspraak van het UCI is pas na anderhalf jaar gevallen. Op dat moment hoefde ik nog maar zes maanden van mijn straf uit te zitten. Dan ga ik er niet nog eens duizenden euro’s tegenaan gooien. Het had me al genoeg gekost.”
Kevin De Jonghe