Jonas Vingegaard maakt zich op voor een zeldzame afspraak in het eendagswerk. De tweevoudige Tourwinnaar staat zondag aan de start van het EK in de Ardèche en ziet de wegrit vooral als een proef. “Het is voor mij een test, een manier om ervaring op te doen. Maar ik wil er wél een topresultaat neerzetten”, benadrukt de Deen.
LEES OOK: Pogacar waarschuwt: "Dit is mijn grootste concurrent op EK"
Pogacar en Evenepoel als topfavorietenVingegaard is realistisch over zijn kansen. “De topfavorieten zijn Tadej Pogacar en Remco Evenepoel, daar bestaat geen twijfel over”, zegt hij. “Zelf heb ik het altijd moeilijk gehad in eendagskoersen. Daarom zie ik dit EK als een leermoment. Maar met renners als Mattias Skjelmose in de ploeg kan ik wel rekenen op ervaring en steun.”
De Ardèche-regio, met zijn korte maar steile beklimmingen, lijkt bovendien niet ongeschikt voor de Deense klimmer. “Het is een lastiger parcours dan veel mensen denken, punchy, maar niet extreem lang of zwaar. Het zal een interessante strijd worden.”
‘Niet op twee paarden wedden’
Volgens performance-coach Mathieu Heijboer is de deelname van Vingegaard onderdeel van een ruimer plan. “De voorbije jaren lag Jonas’ focus volledig op het rondewerk. Hij was daarin uitzonderlijk sterk, dus wilden we niet op twee paarden wedden. Het eendagswerk verdween daardoor naar de achtergrond.”
Nu hij zowel de Tour als de Vuelta op zijn palmares heeft, gloort een nieuwe ambitie. “Zijn droom om ook in eendagskoersen te presteren groeit. Als het zondag goed meevalt, kan dat in de toekomst een belangrijker doel worden. Misschien niet volgend jaar al, maar zeker later in zijn carrière”, aldus Heijboer.
Belgische invalshoek
Voor de Belgische ploeg is het vooral uitkijken naar Evenepoel, die zondag revanche wil nemen na zilver op het WK. De Ardèche lijkt hem beter te liggen en met steun van ervaren knechten kan hij zich rechtstreeks meten met Pogacar én een zoekende Vingegaard.
Dat Vingegaard zelf de verwachtingen temperde, maakt het duel alleen maar spannender. “Dit EK is een mooie kans om te leren”, besluit de Deen. “Misschien gaat het goed, misschien valt het tegen. Maar ik moet ergens beginnen.”