Primoz Roglic zal dan toch aan de start verschijnen van de Vuelta deze vrijdag. De Sloveen ging in de vijfde etappe van de Tour de France tegen de grond en liep daarbij enkele breukjes op in een rugwervel en zijn schouder ging uit de kom. De Jumbo-Visma-renner moest lang revalideren, maar lijkt klaar om zijn titel in de Ronde van Spanje te verdedigen.
Het is niet de eerste keer dat Roglic heel wat tegenslagen krijgt te verwerken. In 2020 speelde hij op de laatste dag van de
Tour de France zijn gele trui kwijt aan
Tadej Pogacar, het jaar daarna kon hij niet eens deelnemen aan de Ronde van Frankrijk vanwege een hele resem aan blessures. Ook dit jaar moest hij de Tour verlaten in de elfde etappe nadat hij eerder slachtoffer werd van een zware valpartij.
"Iedere dag is een nieuwe uitdaging", vertelde de Sloveen aan Wielerrevue. "Wat gisteren is gebeurd, is het verleden. Als je er op die manier naar kijkt, helpt het om in het moment te zijn en om je te focussen op de juiste dingen. Zeer zeker ook in een grote ronde, want je kunt twintig goede dagen achter de rug hebben, maar dag 21 kan alsnog beslissend zijn.”
MENTAAL
Volgens de drievoudige winnaar van de
Vuelta wordt een race gewonnen en verloren in het hoofd van de renners. De mentaliteit is minstens even belangrijk als de fysieke paraatheid volgens de Sloveen. "Fysiek gezien is wielrennen heel zwaar. Je verbrandt vijfduizend of meer calorieën per dag en dat vergt gewoon veel energie en inspanning. Om zo te moeten lijden was iets totaal nieuws voor me. Maar je wordt er beter in door het te doen. Dat is immers wat trainen inhoudt.”